2M- Vervoer 9.2

WELKOM
3 Kader
Welkom
9.2


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom
9.2


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spullen klaarleggen
  • Huiswerk
  • Werkboek 9 'grondstoffen'
  • Samenvattingsopdrachten
  • Laptop dicht op tafel 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk afmaken
Wat? Het huiswerk afmaken of controleren, antwoorden staan op 
            SOM onder boek 9 'Grondstoffen'
Hoe? In je duo.
Hulp? Docent.
Tijd? 12 minuten
Uitkomst? Je hebt geoefend met de lesstof en jezelf verbetert :)
Klaar? Start met het lezen van 9.2
De docent?: controleert of jullie het huiswerk gemaakt hebben.
timer
12:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk controleren
Wat? Het huiswerk controleren, antwoorden staan op 
            SOM onder boek 9 'Grondstoffen'
Hoe? In je duo.
Hulp? Docent.
Tijd? 12 minuten
Uitkomst? Je hebt geoefend met de lesstof en jezelf verbetert :)
Klaar? Start met het lezen van 9.2
De docent?: controleert of jullie het huiswerk gemaakt hebben.
timer
12:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Waar denk je aan bij het woord 'vervoer'?

Slide 5 - Woordweb

Vervoer of transport is het verplaatsen van personen of goederen. Dit kan met bijvoorbeeld de auto, fiets, trein, per vliegtuig, enzovoort.
Waarom kwam de industriële revolutie in Nederland zo laat op gang?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Industriële revolutie Nederland
Waarom kwam de industriële revolutie in Nederland zo laat op gang?
  • Nederland was vooral een landbouw- en handelsland
  • Nederland had veel windmolens
  • Nederland had weinig steenkool

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je..
  • benoemen waarom de industriële revolutie in Nederland zo laat op gang kwam.
  • benoemen wat infrastructuur is en voorbeelden geven.
  • uitleggen wat een mobiliteit is.
  • in je eigen woorden uitleggen wat nationalisme betekent met een voorbeeld daarbij.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infrastructuur
Koning Willem I wilde het voorbeeld van Engeland volgen:
"Als je fabrieken bouwt, moeten deze wel bereikbaar zijn, dus de infrastructuur moet op orde zijn".

Infrastructuur: alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren.




Slide 9 - Tekstslide

Infrastructuur: alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren.
Wat kunnen voorbeelden zijn van infrastructuur?

Slide 10 - Open vraag

Infrastructuur: alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren.

snelwegen, spoorwegen, kanalen, beken, dijken, tramwegen, kerkenpaden, holle wegen en ringvaarten, tot bouwwerken als bruggen, sluizen, gemalen, tolhuizen en vuurtorens
Wie was de allereerste koning
of koningin van Nederland?
A
Willem van Oranje
B
Willem I
C
Wilhelmina
D
Prins Willem V

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat deed Willem I om de Nederlanden te moderniseren?
A
Aanleggen van wegen, kanalen en spoorwegen.
B
Subsidies geven aan fabrieken.
C
De koloniën vielen nu onder direct bestuur van Nederland, geen VOC en WIC
D
Hij richtte de Nederlandse Handelsmaatschappij op

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trekschuiten 
Over de kanalen gingen trekschuiten -> een boot die werd getrokken door paarden. 

7 km/u

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tol betalen - vroeger 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tol betalen - nu

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De eerste spoorlijn in Nederland werd aangelegd tussen
A
Amsterdam en Utrecht
B
Amsterdam en Rotterdam
C
Amsterdam en Den Haag
D
Amsterdam en Haarlem

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spoorwegen
Voor mensen, maar ook voor bedrijven verbeterde de mobiliteit. Mobiliteit: het verplaatsen van mensen, dingen en berichten.

Met de trein konden grondstoffen uit andere landen worden vervoerd: import.
Import: het kopen van goederen en diensten uit een ander land.
Ook ging Nederland steeds meer producten exporteren.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eén land, één volk
  • Willem I werd in 1815 koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Maar inwoners voelden zich geen Nederlander.
  • Door de verbeterde infrastructuur voelden mensen zich meer met elkaar verbonden. 
  • Willem I wilde dat Nederlanders trots waren op hun land =>  nationalisme 
  • Geschiedenisverhalen, musea, kastelen en monumenten dragen bij aan deze Nederlandse trots.
  • Op scholen spraken kinderen voortaan verplicht de  Nederlandse taal.

Nationalisme was een verschijnsel dat in heel Europa voorkwam in de 19e eeuw

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Lokalisme
B
Regionalisme
C
Nationalisme
D
Hooligans

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1 t/m 12, 15 en 16
of
afmaken / nakijken stof vorige week
Klaar? 
Samenvattingsopdracht 9.2
timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben jullie deze les geleerd?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van deze werkvorm via LessonUp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies