Niet gebruikte dia's

Niet gebruikte dia's
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Niet gebruikte dia's

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antistoffen tegen het rhesuseiwit zijn van het IgG type en kunnen door de placenta van moeder naar kind

Antistoffen tegen antigeen A en B zijn niet van het IgG type en kunnen niet door de placenta

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 ivm Rhesus factor bepaling 
Om dit te voorkomen wordt er in de 27e zwangerschapsweek bij een ‘Rh-’-zwangere bloed afgenomen ter bepaling van de foetale RhD-factor.
 In het bloed van de moeder is DNA-materiaal van de baby aanwezig en op die manier kan de RhD-factor worden bepaald.
 Als de baby resus D+ is, en er dus een risico op antistofvorming
 krijgt de zwangere twee keer een injectie met anti-D-gammaglobulines om deze antistoffen weg te vangen: rond de 30e week en na de bevalling 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kind en kraam les 2

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

duur zwangerschap
Amennoroe​

Duur zwangerschap: aantal weken dat de menstruatie is uitgebleven​
Berekening vanaf de eerste dag van laatste menstruatie​
Bij normale cyclus (28 dagen) : 40 weken, 280 dagen​
   à terme 
Trimesters :1e < 16 weken​
                          2e 16-27 weken​
                         3e > 28 weken





Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Positieve test​
Foetale harttonen (Doptone)​
Kindsbewegingen ​
Echo






Slaperigheid​
Misselijkheid​
Frequente mictie​
Gespannen borsten



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kind en kraam les 2

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van de vrouwen beviel in 2019 thuis, wat denk jij?
A
4.8%
B
12.7%
C
33.6%
D
61.2%

Slide 12 - Quizvraag

In 2019 vond het merendeel van de bevallingen in het ziekenhuis plaats
Vrouwen met een ongecom­pliceerde zwangerschap bevallen in Nederland in principe in de eerste lijn. Dat wil zeggen onder begeleiding van een verloskundige of huisarts, thuis, in een polikliniek of geboortecentrum. In 2019 bevielen 161.720 vrouwen (Perined, 2020). Van hen beviel 27,3% in de eerste lijn en 72,7% in de tweede lijn. Een overdracht naar de tweede lijn (in een ziekenhuis) is noodzakelijk als er sprake is van complicaties of een verhoogd risico op complicaties. Een tweedelijnsbevalling is ook noodzakelijk als de vrouw, in overleg met haar verloskundige, gynaecoloog en anesthesioloog, kiest voor pijnstilling met behulp van een epidurale ruggenprik of een pomp die door de vrouw zelf bediend wordt. In de periode 2000-2019 is het aandeel vrouwen dat bevalt in de eerste lijn gedaald (van 36,6% naar 27,3%) en in de tweede lijn gestegen (van 63,0% naar 72,7%) (Perined, 2020).
Gynaecologische zorg
Zorg voor zwangere, een bevallende vrouw, een kraamvrouw mét medische indicatie. 
Kan je voorbeelden noemen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De meldcode helpt professionals bij vermoeden van
A
Kindermishandeling
B
Grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer
C
Huiselijk geweld en kindermishandeling
D
fysiek geweld van ouders naar kinderen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen zwangere  kiezen tussen de zorg van een verloskundige of van een gynaecoloog?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de verloskundige zorg geregeld in Nederland?


1ste lijns-zorg - 
2de lijns-zorg- 
3de lijns-zorg
kraamzorg post partum-

Slide 16 - Tekstslide

1st lijn;
verloskundige zorg door verloskundige thuis, geboortecentrum, kraamhotel, ziekenhuis (poliklinisch) -> Géén medische indicatie
2de lijn:
Verloskundige zorg in perifeer ziekenhuis i.v.m. een medische indicatie door klinisch verloskundige, gynaecoloog of evt. door arts assistent 
3de lijn:
Verloskundige zorg in academisch ziekenhuis i.v.m. high risk indicatie door gynaecoloog of evt. arts assistent.
Gynaecologische zorg



Zorg voor zwangere, een bevallende vrouw, een kraamvrouw mét medische indicatie. 
Kan je voorbeelden noemen?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderen in het ziekenhuis 
Kinderen in het ziekenhuis

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn kinderen kleine volwassenen? 
Waarom denk je wel/ niet? 


Groepsopdracht; zoek uit wat redenen zijn waarom kinderen niet benaderd/ behandeld kunnen worden als kleine volwassenen zijn?

Slide 19 - Tekstslide

https://kindenziekenhuis.nl/kinderen-geen-kleine-volwassenen/?gclid=Cj0KCQiAys2MBhDOARIsAFf1D1fN4bJH_JvDSZZoPR5By8SrVtRuN2qojCLn33_dJxtTOJm-1WLLpjUaAg6HEALw_wcB 
Kunnen zwangeren kiezen tussen de zorg van een verloskundige of van een gynaecoloog?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

            Wat is de volgorde van een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volgorde van een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies