Hoofdletters

Spelling
2F
Hoofdletters
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling
2F
Hoofdletters

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze lessonUp weet je wanneer je hoofdletters moet gebruiken.
Aan het eind van deze LessonUp kun je hoofdletters bijna altijd juist toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 3 - Woordweb

Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
  • Je begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
  • 's Ochtends sta ik vroeg op.
  • 't Was vanochtend wel erg koud.

Slide 4 - Tekstslide

Regel 1: begin van een zin
Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
  • €15 betaalde hij voor het boek.
  • 86 jaar geleden werd mijn opa geboren.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
's Ochtends sta ik om 7.00u op.
B
'S Ochtends sta ik om 7.00u op.
C
'S ochtends sta ik om 7.00u op.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
20 jaar geleden werd ik geboren.
B
20 Jaar geleden werd ik geboren.

Slide 8 - Quizvraag

Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
  • Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter.
  • fam. Berkmans
  • Bert van den Brink

Slide 9 - Tekstslide

Regel 2: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel geen voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel wel een hoofdletter.
  • meneer De Vries

Slide 10 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
Meneer Jansen
B
meneer Jansen
C
meneer jansen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
C
Lisa De Vries - de Groot

Slide 12 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
mevrouw van der Ven
B
mevrouw Van der Ven
C
mevrouw Van Der Ven

Slide 13 - Quizvraag

Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
  • Apple
  • Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
  • iPhone

Slide 14 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
pepsi max
B
Pepsi Max
C
Pepsi max

Slide 15 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
kamer van koophandel
B
Kamer Van Koophandel
C
Kamer van Koophandel

Slide 16 - Quizvraag

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
  • Eindhoven
  • Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
  • Fransman
  • Limburgs dialect

Slide 17 - Tekstslide

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
  • Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
  • Noordelijke IJszee

Slide 18 - Tekstslide

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
  • Arme landen krijgen steun van het Westen.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
Westelijke zeestroom
B
westelijke zeestroom

Slide 20 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
vijfkamplaan
B
Vijfkamplaan

Slide 21 - Quizvraag

Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
  • Koude Oorlog
  • Vaderdag
Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je geen hoofdletter:
  • vaderdagontbijt

Slide 22 - Tekstslide

Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Seizoenen, maanden en gewone dagen krijgen geen hoofdletter.
  • zaterdag
  • januari
Ook een historische periode krijgt geen hoofdletter.
  • renaissance
  • prehistorie

Slide 23 - Tekstslide

Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Religieuze en culturele stromingen en woorden die daarvan zijn afgeleid krijgen geen hoofdletter.
  • jodendom
  • jood
Maar heilige begrippen die bij de stroming horen wel.
  • God
  • Bijbel

Slide 24 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
In Mei leggen alle vogeltjes een ei.
B
In mei leggen alle vogeltjes een ei.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Volgens de bijbel is Jezus met kerstmis geboren.
B
Volgens de Bijbel is Jezus met Kerstmis geboren.
C
Volgens de bijbel is Jezus met Kerstmis geboren.
D
Volgens de Bijbel is Jezus met kerstmis geboren.

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Hoe schrijf je de schoolsoorten?

Slide 28 - Open vraag

Aan de slag 
Ga naar Canvas en maak de opdracht Hoofdletters (2F).
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide