§2.1 Pinpas of portemonnee

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2,3

Pinpas of portemonnee

2 MAVO

Startopdracht:

Lees §2.1 door

Vandaag

1. Doelen

2. Uitleg 2.1

3. Oefenopgave

4. Zelfstandig werken

5. Afsluiting

iPads kunnen uit/dicht

Doelen vandaag

• Je weet welke twee vormen geld er zijn
• Je kunt een nieuw saldo berekenen
• Je weet het verschil tussen indirecte en directe ruil
• Je weet op welke drie manieren je met geld kunt betalen 

Kopen = Ruilen

Als je iets koopt ruil je jouw geld voor goederen of diensten. Geld is hier dus een ruilmiddel

• Indirecte ruil = Geld ruilen tegen goederen of diensten
• Directe ruil = iets anders ruilen tegen goederen of diensten

Chartaal geld: tastbaar geld, in de vorm van munten en bankbiljetten

Giraal geld: niet-tastbaar geld, geld op de bank, geen spaargeld

--> spaargeld niet!

Chartaal = Cash = Contant

Hoe betaal je? 

Chartaal geld

>>>betalen met bankbiljetten en munten

Giraal geld

>>>elektronisch betalen via pinpas, telefoon, tablet of internetbankieren. Het geld gaat van jouw rekening naar die van de ontvanger. Dit gebeurt onzichtbaar.

Nieuw saldo berekenen

   Oud Saldo

+ ontvangsten

-  uitgaven

= Nieuw Saldo

€1000,-

+250,-

-750

= €500

Oefening

Je hebt op de bankrekening €1278,50 staan. Je hebt in een maand €1179,00 ontvangen en €978,54 uitgegeven. Wat heb je aan het einde van de maand op je rekening staan?

Zelfstandig werken

Doen: Maken opgaven §2.1: 2, 3, 4, 6, 8

  

Vragen? Zacht overleggen met buurman, vinger opsteken

Klaar

Werken aan portfolio: opdrachten Geld

Herhaling

• soorten geld
• soorten ruil
• saldo berekenen
• betalen? 

Huiswerk volgende les 

Maandag 

Maken: §2.1 opgave 1 t/m 12 (blz. 38-41)

Lezen: §2.2