Herhalen hoofdstuk 4

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4

Herhaling

Ga in de lessonup

Waarde van getallen

2315,67

2 staat voor 2000 = duizendtal

3 staat voor 300    = honderdtal

1 staat voor   10      = tiental

5 staat voor     5     = Eenheid

6 staat voor    0,6   = tienden

7 staat voor     7     = honderdsten

42,15
Wat is de waarde van 4?

42,15
Wat is de waarde van 1?

2.781,43
Wat is de waarde van 2?

Delers en veelvouden

Schrijf de eerste 4 veelvouden op van 3

Schrijf de eerste 4 veelvouden op van 10

Schrijf de eerste 3 delers op van 60

Grote getallen

Duizend            1 000                                              3 nullen

Miljoen               1 000 000                                    6 nullen

Miljard                 1 000 000 000                          9 nullen

Biljoen                 1 000 000 000 000                12 nullen

Schrijf het getal in cijfers
123 miljoen

Schrijf het getal in cijfers
88,59 miljoen

Schrijf het getal in cijfers en woorden
52.720.000

Schrijf het getal in cijfers en woorden
63.420.000.000

Afronden

* Je kijkt altijd naar het eerste getal dat je weglaat

91,53

helen

1 decimaal

2 decimalen

Rond het getal af op helen
201,495

Rond het getal af op één decimaal
201,495

Rond het getal af op twee decimalen
201,491

Procenten

*83 % = 83/100 = 0,83

Dus 83% van 400 = 0,83x400 = 332

0,83 is dan de vermenigvuldigingsfactor

Dus

10% van 300 = 0,10 x 300 = 30

18& van 300 = 0,18 x 300 = 54

42% van 300 = 0,42 x 300 = 126

Let op!

Geldbedragen rond je altijd af op twee decimalen

en

percentages rond je altijd af op 1 decimaal

Gebruik de golfjes bij afronden!

Bereken 35% van 630 euro

Bereken 45,5 % van 120 euro

Sara verdiend 130 euro per maand. Hiervan zet ze 65% naar haar spaarrekening. Hoeveel euro zet ze per maand op haar spaarrekening?

Percentage

Klas 27 leerlingen

1 leerling = 1/27                           in % = 1/27 x 100% = 3,7%

13 leerlingen = 13/27               in % = 13/27 x 100% = 48,1%

In 1MH4 zitten 24 leerlingen
3 leerlingen zijn ziek. Hoeveel procent is ziek?

In 1MH4 zitten 24 leerlingen. 22 leerlingen hebben hun huiswerk af. Hoeveel procent heeft zijn huiswerk af?

In 1MH3 zitten 12 meiden en 11 jongens. Hoeveel % van de klas zijn meiden?

Verhoudingstabel

* 1 : 7 -> 1 staat tot 7

* Verhouding

* Hele getallen

* Zo klein mogelijk

Aantal huizen	3	27	6
Aantal fietsen	12			120

Sleep de goede antwoorden in de verhoudingstabel

15

30

24

108

9

Wel een verhoudingstabel

Geen verhoudingstabel

Verhoudingstabel

* Controleren

* Boven gedeeld door onder

* Uitkomst hetzelfde? -> verhoudingstabel

* 0,25

* Schrijf alle berekeningen op! Dus ook de som die je uitrekent.

Opdrachten

Maak de D-toets in je boek

Succes!

Al klaar?

Gemengde opgaven of oefentoets maken

Denk aan:

* Je begint de som met wat je wilt uitrekenen bijv bedrag

* Eerst het getal opschrijven daarna pas afronden!

* Bij afronden gebruik je golfjes ipv =

* Schrijf ook op waar het om gaat denk aan euro's, km of %

* Neem een rekenmachine mee volgende week!