les 3: H6 paragraaf 2: Bronnen: Ons klimaat verandert A2a

6.2 Ons klimaat verandert

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.2 Ons klimaat verandert

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Terugblik paragraaf 6.1: Nederland duurzaam? 
- Nakijken
- Start 6.2
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
-Welke veranderingen er zijn in het klimaat van Nederland (temperatuur, neerslag);
-Wat mogelijke veranderingen zijn in het toekomstige klimaat in Nederland;
- Je kent de klimaatveranderingen in de kaarten van bron 6 en 7.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Herhaling
1. Wat is duurzaamheid?
2. Wat is het natuurlijk broeikaseffect?
3. Wat is het versterkt broeikaseffect?
4. Welke rol spelen fossiele brandstoffen?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

In het verleden is het klimaat regelmatig veranderd. Wat is er bijzonder aan de huidige klimaatverandering?

A
De gletsjers in gebergten de Alpen smelten.
B
De mens is ook een oorzaak van de klimaatverandering.
C
De temperatuur stijgt alleen op gematigde breedte. Rond de polen en de evenaar niet
D
De temperatuurstijging is veel groter dan die in het verleden is geweest.

Slide 8 - Quizvraag

Klimaatverandering ging nog nooit zo snel

Slide 9 - Tekstslide

Zonder broeikasgassen is het -16 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?
A
broeikaseffect
B
klimaatverandering
C
natuurlijk broeikaseffect
D
versterkt broeikaseffect

Slide 10 - Quizvraag

Broeikaseffect
Het broeikaseffect komt van nature voor op de aarde.
Door het broeikaseffect is het mogelijk om op de aarde te wonen. Het broeikaseffect kan voorkomen doordat de aarde een dampkring heeft.

Broeikasgassen houden warmte vast en laten daardoor minder langgolvige straling door naar de atmosfeer.

Slide 11 - Tekstslide

De atmosfeer wordt van ... opgewarmd.
A
Bovenaf
B
Onderaf

Slide 12 - Quizvraag

Warmte op aarde
Kortgolvige straling vanuit de zon
Warmgolvige straling vanuit de aarde.

Bij meer broeikasgassen zoals CO2 in de
atmosfeer -> meer warmte wordt vast-
gehouden.


Slide 13 - Tekstslide

Belangrijkste duurzame energiebronnen
  1. Zonne-energie
  2. Windenergie
  3. Aardwarmte
  4. Waterkracht
  5. Biomassa
  6. (Kernenergie)

Slide 14 - Tekstslide


Biomassa levert brandstof. Als we dit verbranden, komt toch CO2 vrij. Waarom noemen we dit dan toch 'groen gas'?
A
De CO2 die bij biomassa vrijkomt, is eerder al door planten uit de lucht gehaald.
B
De naam biomassa slaat op de kleur van plantenafval, verder is dit niet duurzaam.
C
Omdat bij de verbranding van biomassa alleen maar waterstofgas vrijkomt.
D
We noemen dit biomassa omdat het ervoor zorgt dat we minder afval hebben.

Slide 15 - Quizvraag

Duurzamer Nederland
Door...
- Energiebesparing: korter douchen, minder vlees eten
- Energietransitie: energie gebruiken van andere (duurzame) energiebronnen.

Slide 16 - Tekstslide

Paragraaf 6.2: 
Ons klimaat verandert

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Herhaling
Opdracht
- In tweetallen
- Fluistertoon 
- 10 minuten.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Opdrachten nakijken
Paragraaf 1 opdracht 4 + 9
Paragraaf 2 opdracht 1 t/m 3

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

B42 Weer en klimaat
Weer: elke dag anders
Plaatselijk
Korte duur
Veranderlijk
Klimaat: gemiddelde weer over een lange periode
bijvoorbeeld 30-40 jaar in een groot gebied
weerselementen: Neerslag, temperatuur en wind

Slide 23 - Tekstslide

Bron 1 Neerslag: meer en heviger

De hoeveelheid neerslag neemt toe:
- niet vaker, wel meer tegelijk.
- oorzaak: warmere lucht -> kan boven zee meer waterdamp opnemen -> vochtige westenwinden -> meer regen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Bron 2 Droge zomers
Meer perioden met langdurige droogte, vooral in de zomer:
- weinig regen, grote verdamping.
- verdamping: als het warmer / zonniger / winderiger is -> meer water verandert in waterdamp.

- Nederland: gemiddeld meer neerslag dan verdamping=neerslagoverschot  
-> voorjaar en zomer: neerslagtekort
-> waterbalans = verschil neerslag en verdamping

Slide 27 - Tekstslide

Waterbalans

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Vragen?
VRAGEN?

Slide 36 - Tekstslide

Nakijken
Pak paragraaf 6.1 erbij.

Slide 37 - Tekstslide

Leerdoelen 6.2
-Welke veranderingen er zijn in het klimaat van Nederland (temperatuur, neerslag);
-Wat mogelijke veranderingen zijn in het toekomstige klimaat in Nederland;
- Je kent de klimaatveranderingen in de kaarten van bron 6 en 7.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Aan de slag

- Bekijk basisboek 42, 143 en 147

- Maken §2 opdracht 1 t/m 6  werkboek blz 108 en 109


Slide 40 - Tekstslide