H 3 h9.1+9.2+9.3+9.4

Schrijf de formule als één breuk

A
10x223
B
10x23
C
10x7
D
1023x
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Schrijf de formule als één breuk

A
10x223
B
10x23
C
10x7
D
1023x

Slide 1 - Quizvraag

Schrijf als één breuk en vereenvoudig zo ver mogelijk:

y=9x+6x
A
y=152x
B
y=185x
C
y=185x
D
y=5415x

Slide 2 - Quizvraag

Vereenvoudig:
A
3p24
B
4p23
C
3p54p3
D
3p57p3

Slide 3 - Quizvraag

Werk de opdracht uit, schrijf als 1 macht:
A
51
B
251
C
5
D
521

Slide 4 - Quizvraag



Zijn deze twee formules gelijkwaardig?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Schrijf zonder haakjes
A
m6n7
B
m8n12
C
m8n3
D
mn20

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de volgende bewering is waar:

a -3 is een natuurlijk getal


b .................... is een gebroken getal
5
A
a is waar b is niet waar
B
a is waar b is waar
C
a is niet waar b is niet waar
D
a is niet waar b is waar

Slide 7 - Quizvraag

Schrijf 54 als een product van priemfactoren.
Vul je antwoord in als getal*getal enz.
Noteer de getallen van klein naar groot.

Slide 8 - Open vraag

Schrijf 135 als een product van priemfactoren
Vul je antwoord in als getal*getal enz.
Noteer de getallen van klein naar groot.

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel even priemgetallen zijn er?
A
0
B
2
C
1
D
oneindig veel

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel delers heeft het getal 32?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het quotiënt van 360 en 4?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de som van 360 en 4

Slide 13 - Open vraag

Wat is dit voor getal?
0,25
A
reëel getal
B
natuurlijk getal
C
gebroken getal
D
geheel getal

Slide 14 - Quizvraag

Wat is dit voor getal?
3π
A
reëel getal
B
natuurlijk getal
C
gebroken getal
D
geheel getal

Slide 15 - Quizvraag

Noteer de eerste 4 veelvouden van 7

Slide 16 - Open vraag

Schrijf zonder haakjes:

y=(3x3)4

Slide 17 - Open vraag

Schrijf de volgende formule in de vorm
y=bgx
y=0,52(x+6)

Slide 18 - Open vraag

Schrijf het getal 20580 als vermenigvuldiging van priemgetallen.
Vul je antwoord in als getal *getal enz.
Noteer de getallen van klein naar groot.

Slide 19 - Open vraag