Je kent de bouw en functies van de drie typen bloedvaten.
Je kunt de samenstelling van het bloed in een slagader of ader aangeven.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van een mens slagaders en aders benoemen.
Slide 3 - Tekstslide
Begrippen 11.3
Ader
Aorta
Bloeddruk
Bovenste holle ader
Haarvaten
Klep
Kransader
Kransslagader
Onderste holle ader
Slagader
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen 11.4
Je kunt de delen en functies van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen.
Je kent de werking van de kleppen van het hart.
Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.
Slide 5 - Tekstslide
Ligging van het hart
Het hart is ongeveer zo groot als je vuist.
Het ligt in de borstholte in het midden links achter het borstbeen.
Het hart wordt beschermd door de ribben en het borstbeen.
Slide 6 - Tekstslide
Bouw van het hart
Het hart bestaat uit de linkerhelft en de rechterhelft. Hier tussen zit een tussenwand die de twee helften scheidt: de harttussenwand.
Iedere helft bestaat uit twee delen: een boezem en een kamer. De boezems liggen als een soort zakjes boven op de kamers.
Rondom het hart lopen kransslagaders die voorzien de hartspier van zuurstof en voedingsstoffen en kransaders die afvalstoffen afvoeren.
De kamers hebben een dikkere, meer gespierde wand dan de boezems. Dat komt doordat de kamers het bloed verder weg moeten pompen dan de boezems. Dit deel van het hart is dus gespierder.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Bloedstroom
Bloed stroomt door de holle aders de rechterboezem in.
Vanuit de longaders stroomt bloed de linkerboezem in.
Als de boezems samentrekken, pompen ze bloed de kamers in.
Vanuit de rechterboezem gaat bloed naar de rechterkamer.
Vanuit de linkerboezem gaat bloed naar de linkerkamer.
Als de kamers samentrekken, stroom bloed vanuit de rechterkamer de longslagader in.
Bloed vanuit de linkerkamer stroomt de aorta in.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Kleppen
De kleppen tussen de boezems en de kamers zijn de hartkleppen.
De boezems pompen het bloed naar de kamers. De hartkleppen zijn dan open, daarna pompen de kamers het bloed weg.
De hartkleppen worden dichtgedrukt en het bloed kan alleen de aorta en de longslagader in.
Bloed in de slagaders mag niet terugstromen in het hart, daarom zitten er kleppen tussen de linkerkamer en de aorta, en tussen de rechterkamer en de longslagader.
Deze kleppen heten de halvemaanvormige kleppen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Werking van het hart
De werking van het hart bestaat uit drie fasen:
Fase 1: samentrekken van de boezems
Fase 2: samentrekken van de kamers
Fase 3: hartpauze
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Harttonen
Bij een medisch onderzoek kan een arts naar de hartslag luisteren.
Daarvoor gebruikt hij een een stethoscoop.
De geluiden die een arts hoort, heten harttonen.
Bij iedere hartslag zijn 2 harttonen te horen.
De eerste ontstaat door het dichtslaan van de hartkleppen.
De tweede door de halvemaanvormige kleppen die dichtslaan.
aan de harttonen kan een arts horen of de kleppen goed werken.
Slide 16 - Tekstslide
Begrippen 11.4
Halvemaanvormige kleppen
Hartkleppen
Linkerboezem
Linkerkamer
Longader
Longslagader
Rechterboezem
Rechterkamer
Slide 17 - Tekstslide
Ik kan nu
Je kunt de delen en functies van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen.
Je kent de werking van de kleppen van het hart.
Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.
Slide 18 - Tekstslide
Aan het werk!
Maken opdrachten 11.4: 1 , 2, 3, 5, 6, 9 en 10
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.