Recht en ethiek week 2: vluchtelingen

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ook alweer ethiek?
timer
1:30

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht en ethiek 
In de wet is vastgelegd dat je geen mensen opzettelijk mag doden (moord, art. 289 WvSr)
Maar… Je allerbeste vriend die volop in het leven stond heeft een ernstig ongeluk heeft gehad. Hij zal nooit meer beter worden en zal als een kasplantje zijn verdere leven moeten doorbrengen. Hij kan niets meer: niet lopen, bewegen en zelfs niet zelf eten.
Hij is wel nog net in staat geweest om jou te vragen hem te helpen zijn leven te beëindigen, omdat hij niet als een kasplantje wil leven met heel veel pijn. Het is ondraaglijk om jouw vriend zo te zien lijden. En je weet dus dat hij dat ook niet wil.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou jij doen? Motiveer waarom.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vluchtelingen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de vluchtelingen die komen omdat, het onveilig is?
A
Vluchtelingen
B
Economische vluchtelingen
C
Asielzoekers
D
Oorlog vluchtelingen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vluchtelingen
Asielzoeker
Iemand die in een ander land de vluchtelingsstatus aanvraagt.

Vluchteling
Iemand die in zijn thuisland gegronde vrees heeft voor vervolging en een asielvergunning krijgt in een ander land.

Gevolgen
  • Psychotrauma: psychische en lichamelijk reactie op een ingrijpende gebeurtenis, dus hoe iemand reageert als de gebeurtenis voorbij is.
  • Depressiviteit
  • Angst- en paniekreacties
  • Nachtmerries
  • Hoofdpijn
  • Prikkelbaarheid

Slide 10 - Tekstslide

wat is het gevolg voor kinderen?

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak een korte samenvatting van het filmpje (max. 5 regels)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vluchtelingenkampen en corona: wat vind jij hiervan? Zie je oplossingen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Artikel 1 van het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen uit 1951 (Vluchtelingenverdrag)
  • Gegronde vrees voor persoonlijke vervolging
  • Vanwege ras, godsdienst, nationaliteit, sociale groep, politieke overtuiging 
  • Kan in eigen land geen bescherming vinden 
Vervolgd door:
  • Staat
  • Machthebber in een stuk van de staat 
  • Niet overheidsactor, indien de staat geen weerstand ertegen kan bieden 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
  • Vluchtelingenverdrag 1951 gemaakt n.a.v. de gebeurtenissen tijdens de 2e WO
  • Vluchtelingen verliezen door de vlucht hun status al volwaardig persoon 
  • Landen verplichten zich om vluchtelingen zo snel mogelijk weer te laten functioneren als een volwaardig persoon 
 Dus: onderwijs, huisvesting, sociale voorzieningen etc
 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vluchtelingen moeten voorrang krijgen op een huurwoning
A
eens
B
oneens

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vind jij dat Nederland voldoende doet om vluchtelingen op te vangen? Motiveer waarom.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.
Geen der Verdragsluitende Staten zal, op welke wijze ook, een vluchteling uitzetten of terugleiden naar de grenzen van een grondgebied waar zijn leven of vrijheid bedreigd zou worden op grond van zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging. 
2.
Op de voordelen van deze bepaling kan evenwel geen aanspraak worden gemaakt door een vluchteling ten aanzien van wie er ernstige redenen bestaan hem te beschouwen als een gevaar voor de veiligheid van het land waar hij zich bevindt, of die, bij gewijsde veroordeeld wegens een bijzonder ernstig misdrijf, een gevaar oplevert voor de gemeenschap van dat land.
Artikel 33 Vluchtelingenverdrag 

1.
Geen der Verdragsluitende Staten zal, op welke wijze ook, een vluchteling uitzetten of terugleiden naar de grenzen van een grondgebied waar zijn leven of vrijheid bedreigd zou worden op grond van zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging. 

2.
Op de voordelen van deze bepaling kan evenwel geen aanspraak worden gemaakt door een vluchteling ten aanzien van wie er ernstige redenen bestaan hem te beschouwen als een gevaar voor de veiligheid van het land waar hij zich bevindt, of die, bij gewijsde veroordeeld wegens een bijzonder ernstig misdrijf, een gevaar oplevert voor de gemeenschap van dat land.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdregel?
Wanneer mag de vluchteling wel worden uitgezet?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Howick en Lili:
Wie zijn dit ook alweer?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je van de beslissing dat Howick en Lili mogen blijven in Nederland? Graag onderbouwen.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Howick & Lili 
We bekijken het dossier even samen:
https://www.ad.nl/dossier/lili-en-howick~d5991bfd22400da3a8cdd8362/?page=6

https://defenceforchildren.nl/actueel/nieuws/migratie/2018/dit-is-het-moment-om-de-wet-aan-te-passen/

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je dat dit soort zaken in de toekomst moeten worden opgepakt?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Extra opdracht 
https://nos.nl/artikel/2333107-nederland-maakt-opvang-48-vluchtelingenkinderen-mogelijk-in-griekenland.html
Maak in word een betoog van een half aviertje en lever deze in via Its Learning (map recht & ethiek). De studenten in de klas moeten het betoog schrijven op papier. (30 minuten?) 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies