Paragraaf 5 Lenen

Herhalen 5.4 en 5.5
Ik kan de voordelen en nadelen van lenen benoemen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalen 5.4 en 5.5
Ik kan de voordelen en nadelen van lenen benoemen

Slide 1 - Tekstslide

Budgetteren
Budget = vast bedrag wat beschikbaar is voor deze uitgaven.

Het budget wordt
vastgesteld op 
basis van je inkomen.


Slide 2 - Tekstslide

Lenen

Waarom geld lenen?

  1. Nu iets kopen
  2. Onverwachts dringend geld nodig

Nadelen 

1. Je moet de lening terugbetalen
2. Je moet rente betalen?

  • Zou jij zelf geld lenen, waarom wel of niet?


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

                               €150.000
  • lenen
  • aflossen (inkomen!)
-> hypotheek 


Slide 6 - Tekstslide

                               €150.000
 Lisa gaat het bedrag in 
30 jaar aflossen. 

  • Welke som maak je? 

Slide 7 - Tekstslide

Hypotheek:

Elke maand betaal je...

  • aflossing
  •  rente  
                                                              => vaste lasten!

Slide 8 - Tekstslide

Hypothecaire lening in een plaatje
Hypothecaire lening
als je de lening niet kunt terugbetalen mag de bank je huis verkopen

Slide 9 - Tekstslide

Je leent geld: de lening moet je terugbetalen, maar ook betaal je rente.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Je leent voor een nieuwe auto € 15000,-. 
Je betaalt deze in 36 maanden terug. Het maandtermijn is € 484,-.
Wat zijn de rentekosten van deze lening?

Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking
Je betaalt 36 maanden lang € 484,- per maand terug.
Je betaalt dus 36 x € 484,- = 
€ 17424,-.
De rentekosten van deze lening is dus € 17424,- - € 15000,- = 
€ 2424,-

Slide 12 - Tekstslide

Waarom?
Betaal je € 2424,- meer dan de lening kost????


Slide 13 - Tekstslide

Geld lenen
Lenen
Lenen:
geld gebruiken van een ander
  • Je betaalt hiervoor een vergoeding (rente)
  • Geleend geld = SCHULD
  • Schuld terugbetalen = aflossen
  • Let op! Lenen is duurder dan zelf geld sparen
  • Bank loopt ook risico

Slide 14 - Tekstslide

Als je leent moet je je budget aanpassen.


Waarom en welke?

Slide 15 - Tekstslide

Vaste lasten moeten omhoog!

Andere budgetten moeten omlaag!

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maken paragraaf 5.5 en de rekentrainer 5.5

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan de voordelen en nadelen van lenen benoemen

Slide 18 - Tekstslide