De Holocaust
1 / 46
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat weet je al over de Holocaust?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Holocaust: moord op Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog
De Holocaust wordt ook wel de Shoah genoemd (Hebreeuwse benaming)
Tijdens de Holocaust zijn er ong. 6 miljoen (Europese) Joden vermoord
Slide 5 - Tekstslide
Antisemitisme: Jodenhaat
Antisemitisme bestaat al voordat Hitler aan de macht komt. Oorsprong ligt in de Middeleeuwen
Veel Europeanen hadden vooroordelen tegen Joden. De Nazi's maken gebruik van deze vooroordelen om de haat tegen de Joden aan te wakkeren.
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Op dit moment heeft Hitler al Mein Kampf geschreven waarin zijn ideeën over de Joden staan.
Slide 9 - Tekstslide
1. Jodendom was geen godsdienst, maar een ras - Wat wordt hiermee bedoelt?
2. Joden konden geen Duitsers zijn - ze zouden geen grondrechten mogen hebben en ze behoren niet tot het Arische ras.
3. Het 'Joodse ras' wilde het 'Arische ras' verzwakken en vernietigen (rassenleer) - Duitse volk verzwakken door vermeninging en uitbuiting.
Door het gebruik van Nazipropaganda gingen veel Duitsers geloven dat de Joden niet deugden
Welk boek schrijft Hitler waarin hij (o.a.) zijn ideeën over de rassenleer beschrijft?
A
Mein kämpf
B
Mein Konflikt
C
Mein krieg
D
Mein Streit
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Stelling:
'Hitler: Jodendom is geen godsdienst, maar een ras.'
'Hitler: Jodendom is geen godsdienst, maar een ras.'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Nadat Hitler aan de macht komt (1933) worden de Joodse Duitsers systematisch getreiterd, gediscrimineerd en geïsoleerd.
Het Duitse volk mag geen Joden meer in dienst nemen en niets meer bij Joden kopen.
De Joden worden ontslagen, mogen niet meer in parken, zwembaden, cafés en andere openbare gelegenheden komen
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Stelling:
'Vanaf 1933 mogen de Duitsers nog steeds winkelen in Joodse winkels'
'Vanaf 1933 mogen de Duitsers nog steeds winkelen in Joodse winkels'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Op welke manieren worden Joden gediscrimineerd en uitgesloten?
Slide 17 - Woordweb
Op welke manier werden Joodse mensen in Duitsland door de Nazi's gediscrimineerd? Noem tenminste 3 voorbeelden:
Slide 18 - Tekstslide
1935: De rassenwetten bepalen dat Joden geen Duitsers meer zijn en dat zij niet mogen trouwen met Duitsers
1938: De Kristallnacht is een keerpunt in de Joodse vervolgingen - startpunt van de Holocaust
Tijdens Kristallnacht vernielen de Duitsers Joodse eigendommen: 1400 synagogen en 7500 Joodse winkels, en nog veel meer
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
In 1935 werd de rassenleer in Nazi-Duitsland vastgelegd in
A
Neurenberger wetten
B
Propagandamateriaal
C
de Kristallnacht
D
Genocide
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In 1938 leidt de discriminatie van de Duitse Joden tot de
A
Rassen wetten
B
Kristallnacht
C
Aanval op Polen
D
Aanval op Nederland
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Stelling:
'De Neurenberger wetten gelden alleen voor Joden.'
'De Neurenberger wetten gelden alleen voor Joden.'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Stelling:
'Kristallnacht is geen keerpunt in de Joodse vervolgingen'
'Kristallnacht is geen keerpunt in de Joodse vervolgingen'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
In 1939 valt Duitsland Polen binnen
In Polen wonen 3,5 miljoen Joden
Duitse militairen schieten tienduizenden Joden dood tijdens de inval (Einsatzgruppen)
Joodse Polen moeten verhuizen naar overvolle getto's. Bijvoorbeeld Krakau en Warschau.
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Stelling:
'De getto's ontstaan in alle landen waarin de Nazi's de macht hebben'
'De getto's ontstaan in alle landen waarin de Nazi's de macht hebben'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 29 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Stelling:
'Alleen Poolse Joden moeten een Davidster dragen'
'Alleen Poolse Joden moeten een Davidster dragen'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 31 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 32 - Tekstslide
De Nazi's wilden Europa 'Jodenvrij' maken en dachten na over een definitieve eindoplossing (Endlösung)
1941: de Duitsers besluiten om over te gaan op vervolgingen
1942: Wannseeconferentie: definitieve oplossing voor het Jodenvraagstuk (genocide).
In deze fase beginnen de Nazi's met het deporteren van de Joden naar de kampen. De kampen bestaan al vanaf 1933 (politieke gevangenen). Ze zijn ook al bezig met het experimenteren hoe ze Joden kunnen vermoorden (bijv. bussen waarin gas wordt gepompt via de uitlaat).
Slide 33 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 34 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Op 20 januari 1942 werd door de Nazi's in de plaats Wannsee besloten tot
A
Het vermoorden van Joden
B
Verhuizing van Joden naar Madagaskar
C
Vernietigingskampen in Oost-Europa
D
Vernietigingskampen in heel Europa
Slide 35 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 36 - Tekstslide
Na de Wanseeconferentie gaan we door naar fase 4 b. De uitroeiing wordt vanaf dit moment systematisch.
Slide 37 - Tekstslide
De Nazi's besluiten om vernietigingskampen te bouwen. De kampen bestaan al, maar vanaf dit moment komen de gaskamers.
1942: Joden vanuit heel Europa worden naar deze kampen gebracht (deporteren)
In de meeste kampen worden de Joden bij aankomst direct vergast. Bij sommige kampen moeten ze of dwangarbeid verrichten of naar de gaskamer
Slide 38 - Tekstslide
Een van de grootste en bekendste kampen.
Bij aankomst worden de Joden in 2 groepen verdeeld:
1. Ouderen, zieken en kinderen worden naar de gaskamer gestuurd
2. Gezonde/sterke mannen en vrouwen moeten dwangarbeid verrichten
Niet alleen Joden: zigeuners, criminelen, asocialen, politieke gevangenen, jehova getuigen, homoseksuelen, etc.
Bij de ingang stond: Arbeit macht Frei (werk maakt je vrij)
Slide 39 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 40 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een ander woord voor vernietigingskamp?
A
Werkkamp
B
Gevangenkamp
C
Concentratiekamp
D
Goelag
Slide 41 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke groep werd er niet vermoord in de vernietigingskampen?
A
Jehova's getuigen
B
De Roma en Sinti
C
Homoseksuelen
D
Criminelen
Slide 42 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een ander woord voor 'volkerenmoord' is
A
Holocaust
B
Shoah
C
Genocide
D
Massamoord
Slide 43 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 44 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ariërverklaring
Voor Joden verboden
Joodse mensen worden ontslagen
Gele Davidster verplicht
Joods Getto
Deportatie naar Westerbork
Deportatie naar Auschwitz-Birkenau
Genocide
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Fase 6
Fase 7
Fase 8
Slide 45 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 46 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
