In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Ontdek de toonhoogte op de G-sleutel
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de toonhoogte van noten op de G-sleutel herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Dit is het belangrijkste leerdoel van deze les. Zorg ervoor dat dit duidelijk is voor de leerlingen.
Wat weet jij al over noten op de G-sleutel?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de G-sleutel?
De G-sleutel is een muzieksleutel die aangeeft welke noot als G wordt gespeeld. Het wordt veel gebruikt voor instrumenten zoals de viool, altviool en fluit.
Slide 4 - Tekstslide
Leg kort uit wat de G-sleutel is en welke instrumenten deze gebruiken.
Noten op de G-sleutel
Op de G-sleutel staan noten zoals G, A, B, C, D, E en F.
Slide 5 - Tekstslide
Laat een afbeelding van de G-sleutel zien en welke noten daarop voorkomen.
Hoe herken je de toonhoogte?
De noten op de G-sleutel hebben verschillende hoogtes. Hoe hoger de noot, hoe hoger de toonhoogte.
Slide 6 - Tekstslide
Laat een afbeelding zien van de noten op de G-sleutel en leg uit hoe je de toonhoogte kunt herkennen.
Oefenen met toonhoogte
Luister naar deze twee noten en geef aan welke noot hoger klinkt: A of D.
Slide 7 - Tekstslide
Speel twee noten op een instrument of laat een opname horen en laat de leerlingen aangeven welke noot hoger klinkt.
Let op octaven
Het is belangrijk om te weten dat noten ook in octaven voorkomen. Een hogere octaaf betekent dat de toonhoogte hoger is.
Slide 8 - Tekstslide
Leg kort uit wat een octaaf is en hoe dit van invloed kan zijn op de toonhoogte van een noot.
Toonhoogte in bladmuziek
In bladmuziek worden noten op de G-sleutel aangegeven door de plek op de notenbalk. Hoe hoger de noot op de notenbalk, hoe hoger de toonhoogte.
Slide 9 - Tekstslide
Laat een afbeelding zien van bladmuziek op de G-sleutel en leg uit hoe de toonhoogte wordt weergegeven.
Samenvatting
Je hebt geleerd hoe je de toonhoogte van noten op de G-sleutel kunt herkennen en hoe dit wordt weergegeven in bladmuziek.
Slide 10 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag of er nog vragen zijn.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.