6.3 Optellen en aftrekken met negatieve getallen

Rekenen met negatieve getallen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rekenen met negatieve getallen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- 6.3: Optellen en aftrekken met negatieve getallen
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de les...
- Kan je optellen met negatieve getallen
- Kan je aftrekken met negatieve getallen

Slide 3 - Tekstslide

-8 + 6 = ...

Slide 4 - Open vraag

-12 - 7 = ...

Slide 5 - Open vraag

6.3 Optellen en aftrekken met negatieve getallen

Slide 6 - Tekstslide

6.3 Optellen en aftrekken met negatieve getallen

Slide 7 - Tekstslide

5 + -2 = ...
A
3
B
5
C
7
D
Kan niet

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

7 - -4 = ...
A
3
B
7
C
11
D
Kan niet

Slide 10 - Quizvraag

-6 - -3 = ...
A
-6
B
-3
C
0
D
3

Slide 11 - Quizvraag

-12 + -5 = ...

Slide 12 - Open vraag

7 - -10 = ...

Slide 13 - Open vraag

Afronden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Rond af op duizendtal
400 628

Slide 17 - Open vraag

rond af op een heel miljoen
46 301 197

Slide 18 - Open vraag

Rond af op een miljardtal
15.148.207.614

Slide 19 - Open vraag

Logisch afronden
voorwerpen
personen
contant betalen.


Slide 20 - Tekstslide

In dit krat zitten 15 appels

Eva heeft 48 appels nodig om appelmoes te maken. Hoeveel kratten moet ze kopen?

Slide 21 - Open vraag

Voetbalfans gaan met de bus. In een bus passen 51.
Er gaan 322 fans mee naar de wedstrijd. Hoeveel bussen moeten er geregeld worden?

Slide 22 - Open vraag