Hoofdstuk 6 paragraaf 6.4

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je   boek + pen en rekenmachine.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je   boek + pen en rekenmachine.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Tekstslide

Economie 
Economie 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Welkom woordje
  2. Terugblik op de vorige lessen ( paragraaf 3 ) + klassikaal nakijken
  3.  Uitleg paragraaf 4 + maken opdrachten
  4. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
  2. Ik kan de kennis van paragraaf 3 begrippen toepassen.
  3. Ik weet wat de rijksbegroting inhoudt en kan dit in eigen woorden uitleggen.
  4. Ik kan rekenen met grote getallen (miljoenen en miljarden).
  5. Ik weet wat een begrotingstekort of overschot is. En kan dit berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Inloggen in Lessonup
        Lesson up                                                 Google Classroom

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik 
Wat hebben wij de vorige les besproken?

Wat weten we van paragraaf 3.
Ik kan rekenen met een verhoudingstabel.
Ik weet wat het verschil tussen in- en exclusief btw is.
Ik kan van in- naar exclusief en van exclusief naar inclusief rekenen.



Slide 6 - Tekstslide

Bereken de prijs exclusief btw.
prijs inclusief btw € 1,37 (btw 9%)
prijs exclusief btw € ...

Slide 7 - Open vraag

Het bedrag zonder btw is € 25,00.
De btw is 21%. Hoeveel is het bedrag inclusief btw?

Slide 8 - Open vraag

De Overheid
Wat regelt de overheid?

Hoofdstuk 6

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Paragraaf 4 doelen
Je weet wat de Rijksbegroting is.
Je kunt rekenen met miljoenen en miljarden.
Je kunt uitleggen wat de miljoenennota is.
Je weet wat een begrotingstekort is.
Je weet wat een begrotingsoverschot is.

Slide 11 - Tekstslide

RIjksbegroting:
overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van de rijksoverheid voor komend jaar.

De rijksbegroting wordt op Prinjesdag gepresenteerd samen met de miljoenennota. Dit is de
toelichting op de rijksbegroting.

De Tweede en daarna de Eerste kamer moeten de rijksbegroting goedkeuren.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Ezelsbruggetjes voor grote getallen
1 miljoen = een 1 met 6 nullen = 1.000.000

1 miljard = een 1  met 9 nullen = 1.000.000.000

Wegstrepen hoe doe ik dat? 

Slide 14 - Tekstslide

Begrotingsoverschot of tekort
Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, heeft ze een begrotingstekort.

Tegenovergestelde is een 
begrotingsoverschot. 


Slide 15 - Tekstslide

OVERSCHOT

Inkomsten 





                                            Uitgaven
TEKORT

Uitgaven





                                           Inkomsten

Slide 16 - Tekstslide

Maakwerk
timer
25:00
Wat ga je doen
aan de slag met pargraaf 6.4
opdracht 50 t/m 62
Bladzijde 70 t/m 74
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Wacht je rustig 
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 17 - Tekstslide

Maakwerk
timer
25:00
Wat ga je doen
aan de slag met paragraaf 6.4
opdracht 47 t/m 61
Bladzijde 170 tm 173(gt)
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Kijk vooraan je werk na. + Wacht je rustig
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 18 - Tekstslide

Maakwerk
timer
15:00
Wat ga je doen
Afmaken en nakijken van maakwerk. 
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
  2. Ik kan de kennis van paragraaf 3 begrippen toepassen.
  3. Ik weet wat de rijksbegroting inhoudt en kan dit in eigen woorden uitleggen.
  4. Ik kan rekenen met grote getallen (miljoenen en miljarden).
  5. Ik weet wat een begrotingstekort of overschot is. En kan dit berekenen.

Slide 21 - Tekstslide

De rijksbegroting wordt aangeboden door...
A
de koning
B
de minister-president
C
de minister van Financiën

Slide 22 - Quizvraag


Wat staat er in de rijksbegroting?
A
de inkomsten en uitgaven van de overheid
B
wat er in de koffer zit
C
alleen de inkomsten van de overheid
D
alleen de uitgaven van de overheid

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een begrotingstekort?
A
Inkomsten zijn groter dan uitgaven.
B
Uitgaven zijn groter dan inkomsten.

Slide 24 - Quizvraag

Wat staat er in de Miljoenennota?
A
Toelichting op de rijksbegroting.
B
Toelichting van het Europese beleid.
C
Toelichting van de tweede Kamerleden.
D
De kosten van het Koningshuis.

Slide 25 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding van de miljoenennota.
Had de overheid in 2017 een tekort of overschot op de begroting? Bereken hoe groot dit bedrag was. En hoeveel dit per inwoner is (16,5 miljoen mensen)

Slide 26 - Open vraag

Hoe goed ging het maken van de opdrachten
A
goed
B
voldoende
C
matig
D
slecht

Slide 27 - Quizvraag

Wat moet je voor volgende les meenemen en maken?

Slide 28 - Open vraag

Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll