H5 - les 5

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Cursus 5, paragraaf 4 (voorzetselgebruik)
  • Zelfstandig aan het werk (lezen, presenteren, opdrachten afronden)

Slide 2 - Tekstslide

Voorzetselgebruik
Het Nederlands bevat zo’n honderd verschillende voorzetsels (met de ladder), achterzetsels (de ladder op) en omzetsels (onder de ladder door). 

De meeste hebben verschillende betekenissen en gebruiksmogelijkheden. Helaas bestaan er geen regels waarin het voorzetselgebruik is vastgelegd. Een woordenboek of voorzetselboek kan helpen.

Slide 3 - Tekstslide

Voorzetselgebruik
Een zelfstandig naamwoord kan bepalen welk voorzetsel bij een werkwoord gebruikt moet worden. Zo kun je je bijvoorbeeld:
– inschrijven voor een cursus / wedstrijd (de deelname aan een activiteit);
– inschrijven bij de gemeente (een vereniging of organisatie);
– inschrijven op een website (een lijst of een aanbesteding);
– inschrijven aan de universiteit (een instituut of instelling).

Slide 4 - Tekstslide

Voorzetselgebruik
Bij het gebruik van verschillende voorzetsels bij hetzelfde woord kan er betekenisverschil ontstaan:
– De docent informeerde mij over het inhalen van de toets.
– Oma informeert altijd naar onze cijfers als we haar bellen. 


Slide 5 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp
Het voorzetsel in een voorzetselvoorwerp (het zinsdeel dat begint met een voorzetsel) vormt een vaste combinatie met het werkwoord en is niet vervangbaar door een ander voorzetsel:

– Ik erger me altijd aan mensen die een appel eten in de stiltecoupé.




Slide 6 - Tekstslide

Voorzetseluitdrukkingen
Een voorzetseluitdrukking is een vaste combinatie van een zelfstandig naamwoord en twee vaste voorzetsels. Deze combinatie is soms te vervangen door een enkel voorzetsel. Voorzetseluitdrukkingen kom je vaak tegen in formele teksten.

– De directie doet geen mededelingen met betrekking tot de 
   overnamegeruchten.




Slide 7 - Tekstslide

Sleep de werkwoorden naar het vaste voorzetsel.
op
voor
van
in
(iemand) aanspreken
commentaar hebben
aandacht hebben
zich inzetten
houden
overtuigd zijn
geïnteresseerd zijn
goed zijn

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk 19/11
Nieuw Nederlands (online)
Cursus 5 Formuleren, paragraaf 4: opdrachten 1, 2, en 3

Klaar? -> lezen in spannend boek




Slide 10 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Lezen
  • Presentatie voorbereiden/opnemen
  • Controleren of alle opdrachten gemaakt zijn

Slide 11 - Tekstslide

Literaire thriller

Tot 10:25 uur

Slide 12 - Tekstslide

Rest van dit uur
  •     controleer of je van H5 opdr 1, 2, 3 + 9 t/m 14 af hebt
  •     verder lezen in je boek   (22 november)
  •     presentatie voorbereiden/opnemen


Slide 13 - Tekstslide