Lesvervanging 4h Engels

Module Speaking
Page 12
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module Speaking
Page 12

Slide 1 - Tekstslide

Newsround
Jullie gaan eerst met z'n allen BBC Newsround kijken.

Talk about the news! 
Practise speaking English!

link:

Slide 2 - Tekstslide

Speaking Lesson 1
Leerdoelen:
  • Je kunt communiceren over alledaagse taken.
  • Je kunt bespreken wat er moet gebeuren en daarbij tips geven.
  • Je kunt aanwijzingen geven en om aanwijzingen vragen.
  • Je kunt afspraken maken.
  • Je kunt eenvoudige aankopen doen.
  • Je kunt vergelijkingen maken als je het hebt over dingen en bezittingen.

Words: DIY
Grammar: Vergelijkingen
Vocabulary extra: Intensifiers en mitigators

Slide 3 - Tekstslide

Speaking Lesson 1




Intensifier = maakt het woord wat erna komt sterker.
Mitigator = maakt het woord wat erna komt zwakker.
Do Exercise 6 + 7 on p. 16/17
Words:
Studybox p. 65
Vocabulary extra:
Studybox p. 65/66
Expressions:
Studybox p. 66
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Answers
Exercise 6 (p. 16)
Intensifier = maakt het woord wat erna komt sterker.
Mitigator = maakt het woord wat 
erna komt zwakker.

Slide 5 - Tekstslide

Answers Exercise 7 (p. 17)

Slide 6 - Tekstslide

Speaking Lesson 1




Do Exercise 10 (p. 18) together with a classmate.
Use the speaking cards on p. 53 and 61!
Practise speaking English together!
Words:
Studybox p. 65
Vocabulary extra:
Studybox p. 65/66
Expressions:
Studybox p. 66
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Speaking Lesson 1



Do Exercise 13 (p. 20).
Check the exercise.


Words:
Studybox p. 65
Vocabulary extra:
Studybox p. 65/66
Expressions:
Studybox p. 66
7 - 10 questions correct? Awesome! Continue working on 'Speak Up'!
Less than 7 correct? Listen to your teacher's instructions.

Slide 8 - Tekstslide

Answers Exercise 13 (p. 20)

Slide 9 - Tekstslide

Speaking Lesson 1
Leerdoelen:
  • Je kunt communiceren over alledaagse taken.
  • Je kunt bespreken wat er moet gebeuren en daarbij tips geven.
  • Je kunt aanwijzingen geven en om aanwijzingen vragen.
  • Je kunt afspraken maken.
  • Je kunt eenvoudige aankopen doen.
  • Je kunt vergelijkingen maken als je het hebt over dingen en bezittingen.


What do you think? 
Kan jij bovenstaande dingen inmiddels in het Engels?

Slide 10 - Tekstslide

Om af te sluiten:
Wat heb jij nog nodig om zelfverzekerder Engels te kunnen spreken?

Slide 11 - Open vraag