P1- Lesson 8 - King Arthur

T3 - EN
On your table before the start of the lesson:
  • Workbook + notebook
  • A pen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

T3 - EN
On your table before the start of the lesson:
  • Workbook + notebook
  • A pen

Slide 1 - Tekstslide

Open your notebook and your workbook on page:
1.Pak de tabel met werkwoorden erbij (zie blz. 27 in je boek).
2.Kijk naar de derde kolom in de tabel. Dit is de vorm die je nodig hebt voor de zinnen.
3. Vul de juiste vorm van het werkwoord in op de lege plek.


timer
5:00
Next:
Translate the following words: 
sparen, oplossen, ketel, oplossen, eerlijk, geduld, sociaal, nieuwschierig
Op de lege plekken vul je de goede vorm van het voltooiddeelwoord in, gebruik de tabel
  1. I have never _______ (drive) such a fast car before.
  2. He has _______ (go) to the store to buy some milk.
  3. They have already _______ (make) dinner for everyone.
  4. We have _______ (see) that movie three times.
  5. She has _______ (take) all her books to school.
Voorbeeld:
Zin: "I have _______ (go) to school."
In de tabel zie je dat de derde kolom van "go" gone is.
Antwoord: "I have gone to school."
Werk rustig en gebruik de tabel (3e rijtje) om het juiste woord te vinden!

Slide 2 - Tekstslide

Present perfect
HAVE / HAS + past participle 
(= verb + ed OR 3rd form irregularverb)
voltooid deelwoord 

Example: I have worked since this morning. 
Example: She has finished her homework, so she can do something else now.
When? 
to indicate a connection between past and present

Slide 3 - Tekstslide

How do you make the 'present perfect'?
...... /....... + ....... = present perfect

Slide 4 - Open vraag

Open your notebook:
and write 4 Present Perfect examples down, that you can hear in the song
 untill 1.40

Slide 5 - Tekstslide

Present Perfect examples
  • I have ______ (climb) highest mountains.
  • I have ______ (run) through the fields.
  • I have ______ (crawl) through the streets.



Still relevant now 

Slide 6 - Tekstslide

Do the worksheet on the present perfect and exercise 3&4
  1. Finish the worksheet on the present perfect
  2. Do exerercises 3 & 4 
  3. Finished? study the words, grammar: (present simple, present perfect and who and which)

Slide 7 - Tekstslide

Have you had lunch yet?
A
present perfect
B
present simple

Slide 8 - Quizvraag

Do you see the news regulary?
A
present simple
B
present perfect

Slide 9 - Quizvraag

present perfect
past simple

Slide 10 - Tekstslide

Write a sentence in the present perfect

Slide 11 - Open vraag

Write a sentence in the present simple

Slide 12 - Open vraag

Check your  present simple exercises from previous lesson 
  • Kijk naar je goede / verkeerde antwoordende op het werkblad dat je gemaakt hebt
  • Kijk waarom het fout is
  • Klaar: maak het werkblad your own shield volledig af, punt 1-5
  • Klaar: oefen de woorden of de grammatica van Unit 1

Exercise 1: Fill in the Blanks 

Look carefully at the subject to decide if you need to add -s or not. 

1. The knight always ________________ (swear) an oath before starting a quest.

Exercise 2: Make Questions 
Instructions: Turn the sentences into questions using do or does. 

2. The robber steals from the villagers. 
   Question: ________________ the robber steal from the villagers? 

Exercise 3: Negative Sentences 
Instructions: Change the sentences into negative sentences. Use don’t or doesn’t. 

1. The blade of the sword cuts through everything. 
   Negative: The blade of the sword ________________ cut through everything.

Slide 13 - Tekstslide

Coat of Arms
You are going to learn how to make the correct English sentences to explain your symbols
1. Present Simple and present perfect
2. Linking Words (voegwoorden)
3. Who/which (verwijswoorden)





Slide 14 - Tekstslide

Planning next lessons
9-13
september
Klasikale lessen
(lesson 2 )
Werkboek, schrift
(laptop)
16-20
september
Klasikale lessen (3)
+ zelfstandige opdrachten
Werkboek, schrift
(laptop)
23 - 27
september
Afmaken zelfstandige opdrachten +
grammatica 
Werkboek, schrift
(laptop)
30 september - 4 oktober

Oefenen + uitvoeren taak
+ grammatica
Werkboek, schrift
(laptop)
7-11
oktober
 grammatica
Task
Werkboek, schrift
(laptop)
14-18
oktober
Task + oefentoets
22 oktober 
toets
SOM
De periodes in SOM:

  1. Task               OVG
    (moet een V halen, anders in de vakles verbeteren)

  2. Toets             cijfer

Slide 15 - Tekstslide