De basis: Hoe pakken we vragen op het examen aan?

De basis: Hoe pakken we  vragen op het examen aan?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De basis: Hoe pakken we  vragen op het examen aan?

Slide 1 - Tekstslide

Voor we de diepte in gaan eerst maar even wat basis zaken herhalen die belangrijk zijn voor het examen!

Slide 2 - Tekstslide

Welke leesstrategie gebruik je als je de hoofdgedachte moet bepalen?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
intensief lezen
D
kritisch lezen

Slide 3 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je om het deelonderwerp van de tekst te vinden?
A
Oriënterend lezen
B
Precies lezen
C
Zoekend lezen
D
Globaal lezen

Slide 4 - Quizvraag

Leesvaardigheid
  • Lees de tekst eerst oriënterend.


  • Als je een tekst oriënterend leest, bekijk je de
titel van de tekst. Daarna kijk je naar de bron van de tekst.  En dan lees je de eerste en laatste alinea.

  • Vervolgens lees je de hele tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat een tekstverband is

Slide 6 - Open vraag

Tekstverbanden

Slide 7 - Tekstslide

Vragen over tekstverbanden
  • Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?
  • Wat is de functie van alinea 5 ten opzichte van alinea 6?

Het is belangrijk om de signaalwoorden en tekstverbanden van de vorige dia uit je hoofd te leren.

Slide 8 - Tekstslide

'Ook'
A
chronologisch tekstverband
B
tegenstellend tekstverband
C
toelichtend tekstverband
D
Opsommend tekstverband

Slide 9 - Quizvraag

Want, omdat, daarom, immers, namelijk
A
Opsomming
B
Uitleggend tekstverband
C
Redengevend tekstverband
D
Concluderend tekstverband

Slide 10 - Quizvraag

Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Spanje, Brazilië, Mexico en Curaçao.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming

Slide 11 - Quizvraag

Veel meiden willen naar het optreden van Pink, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming

Slide 12 - Quizvraag

Hoofdgedachte van de tekst
Om de hoofdgedachte te vinden in een tekst kun je de volgende vraag stellen:
  • Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?


Soms staat de hoofdgedachte in de inleiding of in het slot.

Slide 13 - Tekstslide

Doel van de tekst
Wat wil de schrijver bereiken bij de lezers met zijn tekst?
Voorbeeld van tekstdoelen:
  • Informeren;
  • Activeren;
  • Overtuigen;
  • Amuseren.

Slide 14 - Tekstslide

tekstdoel?

Slide 15 - Tekstslide

tekstdoel?

Slide 16 - Tekstslide

tekstdoel?

Slide 17 - Tekstslide

Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 18 - Quizvraag

Meerkeuzevragen

Stap 1: Lees eerst alleen de vraag.
Stap 2: Lees nog een keer het tekstgedeelte.
Stap 3: Zoek in de tekst zelf het antwoord op de vraag.
Stap 4: Vergelijk jouw antwoord met de antwoorden bij de vraag.
Streep de antwoorden weg die niet goed zijn. Kies het beste antwoord.

Slide 19 - Tekstslide

Open vragen
Leg uit / Verklaar: geef een uitleg in je eigen woorden. Houd je zoveel mogelijk aan de zinnen uit de tekst!
Noem twee ... / Welke twee ...: schrijf dan twee dingen op. Niet meer, alleen de eerste twee worden nagekeken.
Citeer een zin: schrijf de eerste twee woorden van een zin op en de laatste twee woorden. Daartussen gebruik je drie punten.
Zet het regelnummer tussen haakjes. "Het is ... tekst over." (r.23)

Slide 20 - Tekstslide

Oefenen
Van je docent krijg je een oefentekst met vragen. Examenblad.nl

Slide 21 - Tekstslide

Heb je iets aan deze stof gehad?
ja
nee

Slide 22 - Poll

Welk type vragen wil je nog extra mee oefen? Bijv. samenvattingsvragen, citeervragen, etc

Slide 23 - Open vraag