7.4 Enzymen

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Tekstslide

Planning
* Welkom
* Huiswerk bespreken [8 t/m 15 van 7.3]
* Uitleg 7.4
* Huiswerk 7.4 [8 t/m 13]
* Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Uit welke voedingsstof bestaat ons lichaam het meest? (R)

Slide 3 - Open vraag

Bij rachitis (Engelse ziekte) is er een tekort van..... (R)
A
Vitamine A
B
Vitamine B1
C
Vitamine C
D
Vitamine D

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
Ik kan uitleggen waarom eten moet worden verteerd

Ik kan uitleggen hoe enzymen werken 




Slide 6 - Tekstslide

Voeding dat wij binnen krijgen wordt verteerd. Daarom heet het stelsel waar voeding doorheen gaat het verteringsstelsel. Wat is verteren dan? (T1)

Slide 7 - Open vraag

Verteren
Het omzetten van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen kunnen in verteringsproducten die wel door de darmwand heen kunnen

 

Waarom de darmwand?
In de darmen worden praktisch alle voedingsstoffen opgenomen door het lichaam en komt het in je bloedvatenstelsel terecht

Slide 8 - Tekstslide

Niet alle zes de voedingsstoffen hoeven verteerd te worden. Sommigen kunnen zonder aanpassing al door de darmwand. Welke denk je? (het zijn er drie)

Slide 9 - Open vraag

Hoe verteren we?
Verteringssappen bevatten enzymen

Enzymen zijn stoffen die het afbreken versnellen. Ze kunnen maar één soort afbraak uitvoeren 




Slide 10 - Tekstslide

Dus verteren in het kort
Voedingsstoffen in onze voeding worden verteerd in het verteringsstelsel

In het verteringsstelsel worden verteringssappen toegevoegd

In deze verteringssappen zitten enzymen die de voedingsstoffen daadwerkelijk afbreken

Als de voeding eenmaal is verteerd wordt het in de dunne en dikke darm opgenomen door het lichaam. 

Slide 11 - Tekstslide

Enzymen
Zijn altijd eiwitten

Er zijn twee soorten
- Afbrekende enzymen 
(bij vertering)

- Opbouwende enzymen
(bij spiervorming)

Slide 12 - Tekstslide

Enzym-substraat complex
Door hun ruimtelijke structuur kunnen ze maar met één stof (substraat) reageren

Enzymen zijn substraat-specifiek. Ze binden zich dus maar aan één bepaalde stof



Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden van verschillende enzymen zijn maltase, amylase en cellulase. Voorbeelden van verschillende substraten zijn maltose, amylose en cellulose. Valt hierin iets op? (T1)

Slide 14 - Open vraag

Enzym-substraat complex
Het substraat eindigt altijd op -ose
Het enzym eindigt altijd op -ase

Voorbeelden
Cellulose – cellulase
Maltose – maltase
Amylose (zetmeel) - amylase



Slide 15 - Tekstslide

Enzymen werken in ons lichaam het beste bij een bepaalde temperatuur. Welke is dat? (T1)

Slide 16 - Open vraag

Enzymenactiviteit en temperatuur
Hoe warmer, hoe beter enzymen werken

Echter, bij een te hoge temperatuur denatureren enzymen

Denatureren = onomkeerbare verandering van ruimtelijke structuur. Ze zijn dan stuk en werken niet meer
 

Slide 17 - Tekstslide

Bij denaturatie verandert de ruimtelijke structuur van een enzym. Kan het enzym dan nog het juiste stofje afbreken?
A
Ja
B
Nee
C
Hangt van het enzym af
D
Hangt van het substraat af

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Waarom is koorts dus gevaarlijk bij temperaturen boven de 40 graden?

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
Ik kan uitleggen waarom eten moet worden verteerd
zodat de producten van voedingsstoffen kunnen worden opgenomen in de darmwand

Ik kan uitleggen hoe enzymen werken 
via enzym-substraat complexen waarin substraten kunnen worden afgebroken of opgebouwd




Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk




Lesstof: paragraaf 7.3
Maken: opdracht 8 +9 + 11 +12 + 13 van
 paragraaf 7.4


Slide 22 - Tekstslide