week 2

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
HW controle
Faire (maken): CH1/ CH4 (ex 1+2) afmaken + Ch4 WBp134: ex 4+5

WB: In het WB gewerkt? Verbeter je werk!
ONLINE: Opdrachten die online onvoldoende zijn, worden er opnieuw in gezet

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen - Les buts:
Ch1 herhalen
Alle vocabulaire Ch1 
Grammaire:
Bloc D: Het bijvoeglijk naamwoord
Bloc H: regelmatige werkwoorden -er/ -re 
(présent+ passé composé)

Opdrachten Ch1+Ch4 (1t/m 5) nakijken!



Slide 3 - Tekstslide

Le test
Overhoren Grammaire Ch1

Slide 4 - Tekstslide

Wij zijn Amerikaans.
A
Nous sommes américaine
B
Nous sommes américains
C
Nous sommes américaines
D
Nous sommes américain

Slide 5 - Quizvraag

Het parfum is duur
A
Le parfum est chers
B
Le parfum est cher
C
Le parfum est chère
D
Le parfum est chères

Slide 6 - Quizvraag

Ik heb een grote hond.

Slide 7 - Woordweb

In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Je suis une fille hollandaise.
B
Ma mère adore les fleurs.
C
Demain, nous allons faire du shopping.
D
J'ai oublié mes livres.

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin is grammaticaal correct?
A
J'ai une copine français.
B
Mon père a un vélo grises.
C
Nous avons une grands maison.
D
Elle a une petite soeur.

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin is grammaticaal correct?
A
J'ai une petit soeur
B
Il a deux amis françaises
C
J'ai une amie hollandais
D
Il a un chien noir

Slide 10 - Quizvraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord "bon" in de juiste vorm:
J'ai une ________ copine.

Slide 11 - Open vraag

Welke zin klopt NIET?
A
Il a une table brune.
B
Elsa a un oncle espagnol.
C
J'ai une française copine.
D
Vous avez un vélo orange?

Slide 12 - Quizvraag

Welke zin is grammaticaal FOUT?
A
Des vieilles maisons
B
Les petites filles
C
Le livre beau
D
Le nouveau portable

Slide 13 - Quizvraag

Welke 6 Franse bijvoeglijke naamwoorden komen VOOR het zelfstandig naamwoord??

Slide 14 - Open vraag

Noem zoveel mogelijk Franse bijvoeglijke naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord komen te staan

Slide 15 - Woordweb

Herhaling Bloc H
regelmatige werkwoorden
-er
-re

Slide 16 - Tekstslide

Les verbes  -re
Vendre - verkopen
Je vends
Tu vends
il / elle/ on vend-
nous vendons
vous vendez
ils/ elles vendent

Les verbes -er
Regarder - kijken (naar)
Je regarde
Tu regardes
il/ elle/ on regarde
nous regardons
vous regardez
ils/ elles regardent

Slide 17 - Tekstslide

wij wachten (attendre)
A
vous attendez
B
nous attendons
C
nous attendions
D
ils attendent

Slide 18 - Quizvraag

hij antwoordt
A
il répond
B
vous répondez
C
il réponds
D
ils répondent

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal: vertaal: zij horen (entendre)

Slide 20 - Woordweb

wij hebben verloren (perdre)
A
vous avez perdu
B
ils ont perdu
C
nous avons perdu
D
nous sommes perdu

Slide 21 - Quizvraag

Vertaal:
(donner) jullie geven

Slide 22 - Woordweb

Vertaal:
(chercher) Wij zoeken
A
Nous cherchons
B
On cherchons
C
Vous cherchez
D
On cherche

Slide 23 - Quizvraag

Vertaal: (parler) Zij praten
A
Elle parle
B
Elles parlent
C
Nous parlons
D
Ils parlont

Slide 24 - Quizvraag

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
-re attendre

Welke vorm hoort bij welke? 


attends
attendent
attends
attendez
attend
attendons

Slide 25 - Sleepvraag

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
-er parler

Welke vorm hoort bij welke? 


parles
parlent
parle
parlez
parle
parlons

Slide 26 - Sleepvraag

Op welke letter eindigt passé composé bij regelmatige werkwoorden op -er?

Slide 27 - Woordweb

Op welke letter eindigt passé composé bij regelmatige werkwoorden op -re?

Slide 28 - Woordweb

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
as voyagé
ont voyagé
ai voyagé
avez voyagé
a voyagé
avons voyagé

Slide 29 - Sleepvraag

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
as vendu
ont vendu
ai vendu
avez vendu
a vendu
avons vendu

Slide 30 - Sleepvraag

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Vocabulaire CH1
Overhoren vocabulaire Ch1

Spel kaartje meppen

Slide 32 - Tekstslide

Nakijkwerk?
Heb je nog nakijkwerk?
Verbeter jouw opdrachten uit Ch1 en het herhalingshfst Ch4

Slide 33 - Tekstslide

Wat heb ik geleerd?
Schrijf het op in het FA en in het NL

Slide 34 - Woordweb

Proefwerk Ch1

Lundi le 16 janvier
Leerstof:
Alle woorden en zinnen uit Ch1 (A,B,C,E,F,G)
Grammaire: Bloc D (bijv nw) + Bloc H (-er/ -re werkwoorden)
Kijk ook in je studiewijzer, oefen met slim stampen
Laat je overhoren!


Slide 35 - Tekstslide