In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Machtsuitbreiding en verzet (1870-1942), blz 21 t/m 27
Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942
De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië
Machtsuitbreiding en verzet: 1870 -1942
Slide 1 - Tekstslide
Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de Javaanse boeren producten aan Nederland leveren.
Welke producten waren dat?
A
aardappels en vlees
B
specerijen
C
brood en groente
D
koffie en suiker
Slide 2 - Quizvraag
Tijdens het Cultuurstelsel kregen de Javaanse vorsten geld van het Nederlandse bestuur.
Dit geld noemen we:
A
batig slot
B
plantloon
C
cultuurprocenten
D
pacht
Slide 3 - Quizvraag
De Javaanse vorsten dwongen de boeren meer te verbouwen dan eigenlijk verplicht was. Dit leverde de vorsten extra geld op.
De stelling is:
A
goed
B
fout
Slide 4 - Quizvraag
Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?
Omdat de boeren
A
minder geld gingen verdienen.
B
steeds minder zin kregen om te werken.
C
veel producten voor de export moesten leveren
Slide 5 - Quizvraag
Een groep leden van de Tweede Kamer vond halverwege de 19e eeuw dat de Nederlandse regering moest stoppen met het Cultuurstelsel. Deze groep wilde dat zelfstandige ondernemers een bedrijf in Indonesië konden beginnen.
Hoe noemen we deze groep?
A
liberalen
B
communisten
C
socialisten
D
confessionelen
Slide 6 - Quizvraag
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier Nederland zijn macht uitbreidde en welke gevolgen dit had voor de bevolking van Indonesië
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Geef een passend bijschrift bij de foto
Slide 9 - Open vraag
Ondernemers in Indië (1)
Liberalen willen niet dat de overheid zich met de economie bemoeit
Steeds meer wetten maken vrij ondernemerschap mogelijk: Mijnwet (1850), Agrarische wet (1870), Suikerwet (1871)
Slide 10 - Tekstslide
Ondernemers in Indië (2)
Steeds meer Europese ondernemers gaan naar Indië
Niet alleen op Java en Sumatra maar ook in de Buitengewesten
benaming voor de Nederlands-Indische gebieden buiten Java en Madoera
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Filmfragment:
Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel
Van 19:16-24:16
Slide 13 - Tekstslide
https:
Slide 14 - Link
Slide 15 - Tekstslide
Werken op de plantages
Plantages hebben arbeiders nodig
Vaak te weinig arbeiders (gebieden dunbevolkt)
Arbeiders worden voornamelijk uit China gehaald
Deze contractarbeiders worden koelies genoemd
Slide 16 - Tekstslide
Behandeling van de koelies
Werken keihard voor een laag loon
Koelies worden zeer slecht behandeld (lijfstraffen)
Opstanden worden keihard neergeslagen
Slide 17 - Tekstslide
De wet...
...de werkelijkheid
Slide 18 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Bespreek vraag 8
Slide 19 - Tekstslide
Leg uit hoe Shell aan het symbool komt en wat de kleuren betekenen.
Slide 20 - Tekstslide
Vanaf 1870: Nederland breidt zijn macht uit
Grote vraag naar grondstoffen uit Nederlands-Indië (olie, tin, rubber)
Bouw van het Suez-kanaal zorgt voor goede én veel kortere route naar Nederlands-Indië
Modern-imperialisme: uitbreiding van het aantal kolonies door Europese landen
Begint met de harde acties na aanval op KNIL (1894: Lombok)
Slide 23 - Tekstslide
Nederlands Imperialisme (2)
Conflict met Atjeh (op het eiland Sumatra) wordt erger (1873-1904)
In 1910: heel Nederlands-Indië in bezit van Nederland
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Bespreek vraag 12 en 13
Slide 26 - Tekstslide
Johannes van Heutsz
Generaal-Majoor die de oorlog in Atjeh won voor Nederland.
Tussen 1904 en 1909 Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië
Zorgde ervoor dat steeds meer vorsten zich gingen onderwerpen aan het Nederlandse gezag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Slide 29 - Tekstslide
Wat was voor Nederland een reden om rond 1870 zijn grondgebied in Indonesië uit te breiden?
A
Nederland wilde de slavenhandel uitbreiden.
B
Nederland wilde er gevangenen naar toe kunnen sturen.
C
Nederland wilde het Cultuurstelsel uitbreiden.
D
Nederland wilde meer macht en aanzien krijgen in de wereld.
Slide 30 - Quizvraag
Waarom betrokken de Nederlandse bestuurders de Indonesische adel bij het bestuur van Java?
A
Omdat de Indonesische adel bij de verkiezingen inspraak eiste in het bestuur
B
Omdat de Indonesische bevolking beter luisterde naar de eigen Indonesische vorsten dan naar de Nederlandse bestuurders
C
Omdat de Nederlandse bestuurders zich hielden aan een oud verdrag waarin inspraak van de adel was vastgelegd
Slide 31 - Quizvraag
Na de afschaffing van het Cultuurstelsel kwamen er meer particuliere ondernemingen in Indonesië. Op deze ondernemingen ontstond een tekort aan arbeidskrachten.
Op welke wijze werd dat tekort aan arbeidskrachten opgelost?
A
Door het aannemen van blanke Europeanen
B
Door het inhuren van contractarbeiders
C
Door het kopen van slaven
Slide 32 - Quizvraag
Rond 1870 vestigden steeds meer zelfstandige ondernemers zich in Indonesië.
Zij hielden zich vooral bezig met:
A
landbouw en industrie
B
landbouw en mijnbouw
C
mijnbouw en industrie
Slide 33 - Quizvraag
Nederland wilde vanaf 1870 in steeds meer gebieden in Indonesië de macht hebben.
Is de volgende zin hiervan een oorzaak of gevolg?
Er kwam oorlog met een aantal inheemse vorsten.
A
Oorzaak
B
Gevolg
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Tekstslide
Ethische politiek
Ontstaat rond 1900 in Nederland
Nederland wil iets terugdoen voor de Indonesische bevolking (Ereschuld)
Beschaving en cultuur bij brengen
Slide 36 - Tekstslide
De Ethische politiek bestond uit:
Verbetering van het onderwijs in Nederlands-Indië
Irregatie aanleggen voor betere oogsten
Emigratie bevorderen van dichtbevolkte naar dunbevolkte gebieden
Verbetering gezondheidszorg
Slide 37 - Tekstslide
De gevolgen van beter onderwijs
Sommige Indonesiërs gingen in Nederland studeren;
..en leren daar over vrijheid en democratie
Gevolg: ontstaan nationalisme in Nederlands-Indië
Let op: Ook in andere kolonies ontstaat nationalisme
Slide 38 - Tekstslide
In India, een Britse kolonie, leidde Mahatma Gandhi de onafhankelijkheidsstrijd van de nationalisten.
Voor de nationalisten in Indonesië een groot voorbeeld voor hun strijd.
Slide 39 - Tekstslide
Hoe gaat Nederland om met het opkomend nationalisme?
Gematigde nationalisten mogen meepraten in de Volksraad (1918)
Voorlopig geen onafhankelijkheid (“Duurt nog wel een paar honderd jaar.”)
Volksraad stelt niet veel voor: mag alleen advies geven aan de regering