In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Voorbereiding toets
H4 dingen met data
Infographics en tabellen
Temperatuur
Rekenen boven de 100%
Statestiek
Geheel berekenen
Slide 1 - Tekstslide
Pak je aantekeningen erbij!
Slide 2 - Tekstslide
Kritisch beoordelen van een infographic of tabel
Slide 3 - Woordweb
1
2
3
4
teken de X-as en Y-as
Vul de grafiek/tabel met de gegevens die je al had
Verzamel gegevens
Label de X-as en Y-as
Slide 4 - Sleepvraag
De koelinstallatie van het restaurant waar je werkt is stuk. De temperatuur van de installatie is opgelopen, zie bron. De temperatuur loopt op met 0,65 °C per uur.
Volgens de Warenwet mag je bederfelijk voedsel niet bewaren bij een temperatuur hoger dan 7 °C. Gebeurt dat wel, dan moet je het voedsel weggooien.
Het is nu zaterdagavond 23.30 uur. De temperratuur in de koelcel is 3,4 Hoeveel graden tot het 7 graden is?
A
3,2
B
3,8
C
3,6
D
3,4
Slide 5 - Quizvraag
De koelinstallatie van het restaurant waar je werkt is stuk. De temperatuur van de installatie is opgelopen, zie bron. De temperatuur loopt op met 0,65 °C per uur.
Volgens de Warenwet mag je bederfelijk voedsel niet bewaren bij een temperatuur hoger dan 7 °C. Gebeurt dat wel, dan moet je het voedsel weggooien.
Het is nu zaterdagavond 23.30 uur. Nog 3,6 graden te gaan voordat het voedsel bederft, hoeveel uur is dat nog?
A
ongeveer 5,5 uur
B
6 uur precies
Slide 6 - Quizvraag
De koelinstallatie van het restaurant waar je werkt is stuk. De temperatuur van de installatie is opgelopen, zie bron. De temperatuur loopt op met 0,65 °C per uur.
Volgens de Warenwet mag je bederfelijk voedsel niet bewaren bij een temperatuur hoger dan 7 °C. Gebeurt dat wel, dan moet je het voedsel weggooien.
Het is nu zaterdagavond 23.30 uur. Voor welk tijdstip moet de koelkast gemaakt zijn zodat het eten niet bederft.
A
3:30
B
4:30
C
5:30
D
6:30
Slide 7 - Quizvraag
Welke formule gebruik je voor procentuele prijsstijging of daling?
Slide 8 - Open vraag
Ik heb een investering gedaan van €1200 deze is nu €1350 geworden. Wat is het groei percentage?
Slide 9 - Open vraag
Ik wil de groei van de bevolking uitrekenen in percentage. Hoe doe ik dat?
A
Bevolking groei : nieuwe bevolking x 100
B
Bevolking groei : oude bevolking x 100
Slide 10 - Quizvraag
1 januari 2020 waren er 19,12 miljoen inwoners Er zijn 120895 mensen bij gekomen en 40365 mensen weggegaan. Hoeveel inwoners zijn er bij gekomen?
A
120895 - 40365= 80530
B
120895 + 40365= 161260
Slide 11 - Quizvraag
1 januari 2020 waren er 19,12 miljoen inwoners Er zijn 120895 mensen bij gekomen en 40365 mensen weggegaan. Met hoeveel procent is het aantal inwoners gestegen?
A
80.530 : 19,12 x 100 =
421 %
B
80.530 : 19.120.000 x 100= 0,4 %
Slide 12 - Quizvraag
Beschrijf de stappen van de 1 % regel
Slide 13 - Open vraag
Je vergroot een originele poster in twee verschillende formaten. Formaat A: Een vergroting van 150%. Formaat B: Een vergroting van 110%. Formaat: A is 90 cm Hoe groot is formaat B?
Slide 14 - Open vraag
41,25 is 7,5 % Hoeveel is 100%?
Slide 15 - Open vraag
Hoe nauwkeurig heeft Sterre ronde 1 en ronde 2 gesneden?
Slide 16 - Tekstslide
Hoe nauwkeurig heeft Sterre ronde 1 en ronde 2 gesneden?
Slide 17 - Open vraag
Hoe nauwkeurig heeft Sanne ronde 1 en ronde 2 gesneden?
Slide 18 - Tekstslide
Hoe nauwkeurig heeft Sanne ronde 1 en ronde 2 gesneden?
Slide 19 - Open vraag
Hoe nauwkeurig heeft Mees ronde 1 en ronde 2 gesneden?
Slide 20 - Tekstslide
Hoe nauwkeurig heeft Mees ronde 1 en ronde 2 gesneden?