Breuken

H7 Breuken

1 / 46

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 2 videos.

Lesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

H7 Breuken

Slide 1 - Tekstslide

Soorten breuken

Slide 2 - Tekstslide

soorten breuken

3.1 Herkennen van de echte breuken, onechte breuken en gemengde breuken

3.2 Gemengde breuken herkennen in 'taarten'

3.3 Helen uit een onechte breuk halen

Slide 3 - Tekstslide

Werkschema

Slide 4 - Tekstslide

Breuken optellen

Dit onderdeel heb je al geoefend op school.

We gaan deze week de paarse dia's doen!

Slide 5 - Tekstslide

Optellen breuken

Stap 1. Zijn er helen in de som? Tel ze op en zet ze vooraan.

Stap 2. Maak de breuken gelijknamig, zodat ze dezelfde noemer hebben

Stap 3. Tel de tellers bij elkaar op. Houd de noemer hetzelfde

Stap 4. Is de breuk een onechte breuk? Haal de helen eruit

Stap 5 Als het kan, vereenvoudig de breuk zover mogelijk.

Slide 6 - Tekstslide

Optellen breuken

Stap 1. Zijn er helen in de som? Tel ze op en zet ze vooraan.

Stap 2. Maak de breuken gelijknamig, zodat ze dezelfde noemer hebben

Stap 3. Tel de tellers bij elkaar op. Houd de noemer hetzelfde

Stap 4. Is de breuk een onechte breuk? Haal de helen eruit

Stap 5 Als het kan, vereenvoudig de breuk zover mogelijk.

Slide 7 - Tekstslide

oefenen - volg het werkschema

2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} + 1 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 1 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 1 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 9 ​} + \frac{​ 8 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 8 - Tekstslide

Week 1 | 18 maart tot 23 maart

De paarse dia's zijn voor deze week.

Je werk staat op Bettermarks klaar. 5.1 t/m 5.6

De Havo opdrachten zijn voor degene die dat nu zien zitten.

Niet verplicht!! Bettermarks opdrachten: 5.7 t/m 5.9

Slide 9 - Tekstslide

Aftrekken breuken

Stap 1. Zijn er helen in de som? Trek ze af en zet deze vooraan.

Stap 2. Maak de breuken gelijknamig, zodat ze dezelfde noemer hebben

Stap 3. Als de eerste teller kleiner is dan de tweede, moet je een hele in de eerste teller zetten.

Stap 4 Trek de tellers van elkaar af. Houd de noemer hetzelfde

Stap 5 Als het kan, vereenvoudig de breuk zover mogelijk.

Slide 10 - Tekstslide

In de volgende dia zie je verschillende voorbeelden. Als je op het plusje klikt zie je de berekening volgens de stappen uit de dia hiervoor. Je kunt er nog een keer op klikken en dan wordt hij groot.

Slide 11 - Tekstslide

Eerste voorbeeld hoort bij de opdrachten 5.1

Tweede voorbeeld hoort bij de opdrachten van 5.2

Enzovoort.

Bekijk eerst het voorbeeld, maak dan je opdrachten van 5.1.

Bekijk het voorbeeld van 5.2, maak dan je opdrachten van 5.2

enzovoort. Ga door tot je huiswerk af is!

Succes!

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen, volg het werkschema

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

5 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} - 4 \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

8 - \frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​}

2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} - \frac{​ 7 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 13 - Tekstslide

5.1 Gelijknamige breuken aftrekken

Slide 14 - Tekstslide

5.2 Ongelijknamige breuken aftrekken

Slide 15 - Tekstslide

5.3 Breuken van hele getallen aftrekken

Slide 16 - Tekstslide

5.4 Breuken van een gemengd getal aftrekken

Slide 17 - Tekstslide

5.5 Gemengde getallen van elkaar afhalen

Slide 18 - Tekstslide

5.6 Verhaalsommen | som 1

Slide 19 - Tekstslide

5.6 Verhaalsommen | som 2

Slide 20 - Tekstslide

5.6 Verhaalsommen | som 4

Slide 21 - Tekstslide

Breuken vermenigvuldigen

Dit klinkt heel lastig, maar je zult merken dat dit makkelijker is dan breuken optellen en aftrekken.

In het volgende filmpje wordt het uitgelegd.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

In de volgende dia zie je weer een stappenplan.

Daarna vind je 6 sommen met daarbij een uitleg als je op het plusje klikt.

Je kunt de uitleg vergroten door op het plaatje te klikken.

Slide 25 - Tekstslide

vermenigvuldigen breuken

Stap 1. Schrijf beide getallen als een onechte breuk. Vermenigvuldig het hele getal met de noemer van de breuk en tel deze op bij de teller

Stap 2. Vermenigvuldig de breuken.

Stap 3. Onechte breuk? Haal de hele(n) eruit

Stap 4 Vereenvoudig zo ver mogelijk

\frac{​ t e l l e r \times t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r \times n o e m e r ​}

Slide 26 - Tekstslide

vermenigvuldigen breuken

Stap 1. Schrijf beide getallen als een onechte breuk. Vermenigvuldig het hele getal met de noemer van de breuk en tel deze op bij de teller

Stap 2. Vermenigvuldig de breuken.

Stap 3. Onechte breuk? Haal de hele(n) eruit

Stap 4 Vereenvoudig zo ver mogelijk

\frac{​ t e l l e r \times t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r \times n o e m e r ​}

Slide 27 - Tekstslide

vermenigvuldigen breuken

Stap 1. Schrijf beide getallen als een onechte breuk. Vermenigvuldig het hele getal met de noemer van de breuk en tel deze op bij de teller

Stap 2. Vermenigvuldig de breuken.

Stap 3. Onechte breuk? Haal de hele(n) eruit

Stap 4 Vereenvoudig zo ver mogelijk

\frac{​ t e l l e r \times t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r \times n o e m e r ​}

Slide 28 - Tekstslide

Oefenen

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} \times \frac{​ 4 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 ​} \times \frac{​ 7 ​ ​}{​ 8 ​}

3 \times \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} \times 4

3 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} \times 2

4 \times 2 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!

Hierna zie je 4 groene dia's met een korte uitleg hoe je de opdrachten moet uitvoeren!

Succes kanjers!

Slide 30 - Tekstslide

6.1 Gemengd getal als een onechte breuk opschrijven

Bij breuken vermenigvuldigen moet je altijd zorgen dat je gemengde getallen eerst als een onechte breuk opschrijft.

Bij deze opdracht leer je weer hoe dat moet!

Klik op het plusje voor een voorbeeld

Slide 31 - Tekstslide

Helen in en uit de breuk halen

Slide 32 - Tekstslide

6.2 Breuken vermenigvuldigen

Gebruik hier de regel:

Vereenvoudig waar dat nodig is!

\frac{​ t e l l e r \times t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r \times n o e m e r ​}

Slide 33 - Tekstslide

6.3 Breuken vermeniguldigen met een geheel getal

Ook hier geldt. Zorg ervoor dat een geheel getal een onechte breuk wordt.

Een aantal voorbeelden:

Daarna weer

4 = \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 ​}

15 = \frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 1 ​}

1 = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 ​}

\frac{​ t e l l e r \times t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r \times n o e m e r ​}

Slide 34 - Tekstslide

6.4 Gemengde getallen vermenigvuldigen

Bij deze opdracht is het belangrijk dat je alle stappen volgt uit het stappenplan!

Succes weer!!

Slide 35 - Tekstslide

6.4 Gemengde getallen vermenigvuldigen

Bij deze opdracht is het belangrijk dat je alle stappen volgt uit het stappenplan!

Succes weer!!

Slide 36 - Tekstslide

Gemengde getallen vermenigvuldigen

Slide 37 - Tekstslide

Breuken delen

Je hebt geleerd dat breuken vermigvuldigen eigenlijk best makkelijk is, namelijk

Nu ga je bij breuken delen daar ook gebruik van maken.

We zeggen dan: heb je een deelsom, dan vermenigvuligen we met het omgekeerde.

In het volgende filmpje zie je een voorbeeld, hoe dat omdraaien werkt.

\frac{​ t e l l e r \times t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r \times n o e m e r ​}

Slide 38 - Tekstslide

Breuken delen - voorbeeld

Slide 39 - Tekstslide

breuken delen

Waarom mag dat nou eigenlijk, een keersom maken als je de achterste breuk omdraait?

Dit hoef je niet te weten, maar als de uitleg wel wilt weten, kijk dan dit filmpje

Slide 40 - Tekstslide

Een breuk delen

Stap 1 Schrijf het getal als een onechte breuk

Stap 2 vervolgens geldt de regel:

Delen door een breuk, is vermenigvuldigen met het omgekeerde

Stap 3 vermenigvuldig de tellers en noemers met elkaar

Stap 4 Vereenvoudig zo nodig

\frac{​ t e l l e r \times t e l l e r ​ ​}{​ n o e m e r \times n o e m e r ​}

Slide 41 - Tekstslide

Oefenen

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} : \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 ​} : \frac{​ 4 ​ ​}{​ 7 ​}

2 : \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

4 : \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

Slide 42 - Tekstslide

Maken 6.5 | Breuken delen

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} : \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} \times \frac{​ 4 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 2 \times 4 ​ ​}{​ 5 \times 3 ​} = \frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 5 ​}

Slide 43 - Tekstslide

Maken 6.6 | Hele getallen delen door een breuk

Volg het stappenplan en bekijk de 2 voorbeelden

Slide 44 - Tekstslide

Maken 6.7 (h) | Delen met negatieve breuken

Dezelfde regel geldt ook voor breuken:

Positief breuk : positief breuk= positieve breuk

Postief breuk : negatief breuk = negatieve breuk

Negatief breuk : positief breuk = negatieve breuk

Negatief breuk : negatief breuk = positieve breuk

Tip

Gebruik je pijltjestoetsen, als je minteken in je breuk blijft staan (in Bettermarks)

Slide 45 - Tekstslide

Uitlegvideo 6.7

Slide 46 - Tekstslide

Breuken

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Breuken +-*/

Breuken +-*/ met uitwerkingen

Breuken

1MH - Breuken herhaling

Breuken

Breuken

Huiswerk breuken

Breuken paragraaf 6