herhaling grammatica t/m les 12

herhaling grammatica t/m les 12
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

herhaling grammatica t/m les 12

Slide 1 - Tekstslide

Naamvallen

Slide 2 - Tekstslide

1
5
4
3
2
ablativus
accusativus
dativus
genitivus
nominativus

Slide 3 - Sleepvraag

Als een Romein het onderwerp wil aangeven gebruikt hij de
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 4 - Quizvraag

Als een Romein het meewerkend voorwerp wil aangeven gebruikt hij de
A
genitivus
B
dativus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 5 - Quizvraag

Als een Romein de bezitter wil aangeven gebruikt hij de
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
ablativus

Slide 6 - Quizvraag

Als een Romein het lijdend voorwerp wil aangeven gebruikt hij de
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 7 - Quizvraag

scelus (scelus, sceleris)
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 8 - Quizvraag

ripam (ripa)
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 9 - Quizvraag

imperatoribus (imperator,imperatoris)
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
ablativus

Slide 10 - Quizvraag

puella (puella)
A
genitivus
B
dativus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 11 - Quizvraag

servorum (servus)
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 12 - Quizvraag

belli (bellum)
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 13 - Quizvraag

urbium (urbs, urbis)
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 14 - Quizvraag

filii(filius)
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 15 - Quizvraag

Noteer wat je weet van het imperfectum.
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

Noteer wat je weet van het perfectum.
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

Noteer wat je weet van het plusquamperfectum.
timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

salutamus (saluto, salutare)
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 19 - Quizvraag

audiverunt (audio, audire)
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 20 - Quizvraag

miseratis (mitto, mittere)
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 21 - Quizvraag

fuimus (sum, esse)
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 22 - Quizvraag

habebamus(habeo, habere)
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 23 - Quizvraag

poposcistis (posco, poscere)
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 24 - Quizvraag

ridimus (rideo, ridere)
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 25 - Quizvraag

fuerant (sum, esse)
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 26 - Quizvraag

videt (video, videre)
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 27 - Quizvraag

petit (peto, petere)
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 28 - Quizvraag