Week 4 THEORIE: analyse voorstelling + oefenvragen

Welkom klas M3
Drama Theorie
Theatervormgeving:
analyse cash
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas M3
Drama Theorie
Theatervormgeving:
analyse cash

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Programma P3
Week 1 - bespreken proefwerk
Week 2 - introductie PTA 3 theatervormgeving en theaterspel
Week 3 – analyse videoclip
Week 4 – theatervormgeving: licht + oefenvragen
Week 5 – herhalen toetsstof

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Theatervormgevingsmiddelen
...?

Hoe gaan we hier vandaag mee verder? Voorstelling CASH kijken en analyse maken

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet welke onderdelen bij licht (theatervormgeving) horen
Je kunt theatervormgeving van scenes uit de voorstelling CASH analyseren
 Je kunt oefenvragen over theatervormgeving maken

Slide 5 - Tekstslide

Theatervormgevingsmiddelen

Slide 6 - Woordweb



Theater
Vormgevings-middelen


  • Decor 
  • Rekwisieten / attributen
  • Kostuums 
  • Grime en Hairstyling
  • Licht
  • Muziek 
  • Geluid
  • Projecties (Videoclip, Vlog, Filmbeelden, Beeldprojecties)

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de items naar het juiste onderwerp
theaterspel
theatervormgeving
decor
stem
grime
rekwisieten
toneelbeeld
mise-en-scéne
beleving
kostuum

Slide 8 - Sleepvraag



Theater
Vormgevings-middelen



Decor
Rekwisieten / attributen
Kostuums
Grime en Hairstyling
Licht
Muziek
Geluid
Projecties (Videoclip, Vlog, Filmbeelden, Beeldprojecties)

Slide 9 - Tekstslide

Lichtontwerp
Theater zonder licht is ondenkbaar. In het theater zitten we in een zaal die om te beginnen geheel is afgesloten van daglicht. Dan beginnen we ermee om het licht geheel uit te doen. Donker.

Het licht bepaalt hoe we de voorstelling zien en we hebben de volledige controle over alle aspecten ervan omdat we uitgaan van die in basis donkere zaal.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is een lichtontwerp?

Slide 12 - Woordweb

Decor- en lichtontwerp
In het theater zie je bijna altijd een decor, waar de acteurs in spelen. Maar wie heeft het decor eigenlijk bedacht? En hoe heeft hij zijn keuzes gemaakt? Ook het licht is in het theater heel belangrijk.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is een decor? Welke rol speelt licht? Hoe komt ontwerper tot zijn keuzes?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Video

Licht? Decor?

Slide 17 - Woordweb

Totaaltje
Frontlicht = al het licht dat van voor komt. Wordt ook wel ‘totaaltje’ genoemd. Hiermee maak je (de gezichten van) mensen z

Slide 18 - Tekstslide

Speciaaltje
Speciaaltjes = het licht dat gebruikt wordt voor de speciale plekken / personen op het toneel. Dit kan vanuit elke richting komen, afhankelijk van de wens.

Slide 19 - Tekstslide

Wat weet je nu over licht in het theater (onderdeel van theatervormgeving)?

Slide 20 - Open vraag

Opdracht 
Kijk naar het spel en theatervormgeving in de voorstelling  CASH

Maak de vragen over CASH (via Teams)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Oefenvragen CASH
Nu ga je oefenvragen over dezelfde voorstelling maken over specifieke fragmenten

Slide 23 - Tekstslide

Oefenvraag 1
Bekijk afbeelding 1
Op afbeelding 1 zie je Sinan. Deze foto is gebruikt voor de flyer van de voorstelling. De VORMGEVINGSMIDDELEN maken duidelijk dat de voorstelling over geld gaat.

Noem twee SOORTEN vormgevingsmiddelen van de flyer en leg voor elk vormgevingsmiddel uit hoe het duidelijk maakt dat de voorstelling over geld gaat. (2p)


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Oefenvraag 2
Bekijk fragment 11 (vanaf 07:00) (zie Teams-Oefentoetsen)
Sinan wil de bank waar hij werkte, beroven. Hij vraagt Nastaran, die secretaresse is bij dezelfde bank, om hem te helpen bij de bankroof.
In het fragment beschrijft Nastaran zichzelf. Ze maakt haar karakter niet alleen duidelijk met woorden, maar vooral ook met haar handen.



Slide 26 - Tekstslide

Oefenvraag 2
(2p) Geef hiervan twee voorbeelden. Doe het als volgt:
- Bekijk de twee citaten in de uitwerkbijlage.
- Beschrijf bij elk citaat het handgebaar van Nastaran in het fragment.
- Noem bij elk citaat de karaktereigenschap.
Voorbeeld:
Citaat Gebaar Karaktereigenschap
“Ik ben Nas, Nastaran.” Beide handen voor zich in de schoot gevouwen bescheiden

Slide 27 - Tekstslide

Oefenvraag 3
Bekijk fragment 12 (zie Teams - Oefentoetsen)
 Voor deze voorstelling heeft de regisseur zich laten inspireren door film. Dat zie je
 bijvoorbeeld in dit fragment.

 Geef aan waaraan je in dit fragment kunt zien dat de regisseur zich heeft laten inspireren door film. (1p)


Slide 28 - Tekstslide

ANTWOORD VR 1
1 maximumscore 2
soort vormgevingsmiddel met uitleg (twee van de volgende):
 − Rekwisiet: de golfstick verwijst naar een sport die gespeeld wordt door rijke mensen. / het (gouden) horloge lijkt kostbaar.
− Kostuum: (rijke) zakenmensen dragen doorgaans een pak / stropdas / er zitten gouden knopen op zijn pak.
 − Grime: (rijke) zakenmensen dragen doorgaans het haar netjes gekapt met veel gel
− Decor: de gouden banen op de achtergrond verwijzen naar een omgeving waar veel geld is (bank / paleis / kluis).
per juist vormgevingsmiddel met uitleg 1

Slide 29 - Tekstslide

ANTWOORD VR 2
maximumscore 2
citaat gebaar karaktereigenschap
(“Ik ben erbij voor de afleiding.”) vrouwenfiguur vormen met handen - uitdagend
(“Wie je wel goed moet onthouden …”) wijzen met de vingers zelfverzekerd / streng



Slide 30 - Tekstslide

ANTWOORD VRAAG 3
maximumscore 1 Het antwoord moet de volgende strekking hebben: Er wordt gebruikgemaakt van freezes/tableaux vivants. / De acteurs staan stil alsof het (film)beeld is stilgezet..

Slide 31 - Tekstslide

Check
Begrippen: lichtplan, lichttechnicus, licht, muziek, geluid
Weet je hoe je licht in scene kan analyseren?
Hoe maak je een ontwerp voor licht en muziek/geluid?


Slide 32 - Tekstslide

Noem drie dingen die je vandaag hebt geleerd

Slide 33 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 34 - Open vraag

Noem 1 ding waar je meer over wilt weten

Slide 35 - Open vraag

Volgende les

Gaan we verder met enscenering en mise-en-scene


Slide 36 - Tekstslide