Oefentoets bij H6 Israel / Palestina

Vooraf
Je maakt zo de oefentoets bij H6. De oefentoets bestaat uit een aantal belangrijke onderdelen van de stof en is een hulpmiddel. Maak dus niet alleen de oefentoets als voorbereiding. 
Kijk goed naar wat je moet kennen en kunnen bij het hoofdstuk / de studiewijzer.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Je maakt zo de oefentoets bij H6. De oefentoets bestaat uit een aantal belangrijke onderdelen van de stof en is een hulpmiddel. Maak dus niet alleen de oefentoets als voorbereiding. 
Kijk goed naar wat je moet kennen en kunnen bij het hoofdstuk / de studiewijzer.

Slide 1 - Tekstslide

Welke 2 volken zijn in conflict met elkaar in dit hoofdstuk?

Slide 2 - Open vraag

Welk geloof is in Israël het grootst?
A
Jodendom
B
Islam

Slide 3 - Quizvraag

Tekst
Welk plaatje hoort bij welk monument?
Heilige grafkerk
Al Aqsa Moskee
Rotskoepel
Klaagmuur

Slide 4 - Sleepvraag

De meeste Joden ...
A
Woonden al in Palestina
B
Zijn geïmmigreerd

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste bondgenoten van Palestina?
A
Het Midden-Oosten
B
Europa en de VS

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste heilige plek voor de moslims in Jeruzalem?
A
De Rotskoepel
B
De klaagmuur

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent zionisme?
A
Jodenhaat
B
Het streven van Joden naar een eigen staat
C
Een aanhanger van het Joodse geloof

Slide 8 - Quizvraag

Welk volk verdreef de Joden uit Palestina rond 70 n.Chr?
A
De Perzen
B
De Grieken
C
De Arabieren
D
De Romeinen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor Jodenhaat?
A
antisemitisme
B
jodenfobie
C
zionisme
D
nationalisme

Slide 10 - Quizvraag

Leg uit dat deze bron typerend is voor de positie van joden tot aan 1945.
“Het is een ras, een volk ohne Raum: ze zijn overal, ze leven verspreid als ras midden tussen andere rassen, als staat midden tussen andere staten, ze leven er niet ‘gewoon’, maar altijd als parasiet in het lichaam van andere volkeren.”

Slide 11 - Open vraag

Welk land heeft niet Palestina in handen gehad?
A
Groot-Brittanië
B
Het Romeinse Rijk
C
Frankrijk
D
Het Ottomaanse Rijk

Slide 12 - Quizvraag

Waarom trekken er steeds meer Joden vanaf 1917 naar Palestina?
A
De brief van McMahon
B
De Balfourverklaring
C
De Eerste Wereldoorlog
D
Er is meer geld te verdienen in Palestina

Slide 13 - Quizvraag

Tegen welk rijk kwamen de Arabieren in opstand?
A
Het Ottomaanse Rijk
B
Groot-Brittanië
C
Frankrijk
D
Egypte

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekende de Joodse diaspora?
A
Het belang van de heilige stad Jeruzalem.
B
Het proberen om volkeren tot het Jodendom te bekeren.
C
Het vereren van goden in de Joodse tempel.
D
Het verlaten van Israël en naar andere landen in de wereld gaan.

Slide 15 - Quizvraag

In de periode 1900-1939 traden er veranderingen op in het Midden-Oosten.
Rond 1900 werd Palestina geregeerd door de....
A
Turken
B
Egyptenaren

Slide 16 - Quizvraag

Hier kwam een einde aan in 1918, na het uiteenvallen van het ……
A
Romeinse Rijk
B
Ottomaanse Rijk

Slide 17 - Quizvraag

In 1918, werden de door de Fransen en Britten veroverde gebieden opgeknipt in....
A
provincies
B
mandaatgebieden

Slide 18 - Quizvraag

Een van de gebieden was ….


A
Palestina
B
Marokko

Slide 19 - Quizvraag

De VN besloten in 1947 Palestina op te splitsen in een Palestijns en een Joods gebied. Noem de reden waarom de VN de Joden een eigen gebied wilden geven.

Slide 20 - Open vraag

Het uitroepen van de staat Israël in 1948 riep verschillende reacties op. Welke reactie past bij de buurlanden van Israël (Egypte, Syrië en Libanon)?
A
We erkennen de staat Israël.
B
We gunnen de Joden een eigen land vanwege de misdaden van de nazi’s.
C
We verklaren Israël de oorlog.
D
We zijn niet blij met de staat Israël, maar verzetten ons niet.

Slide 21 - Quizvraag

Noem twee gevolgen van de stichting van de staat Israël voor de Palestijnse bevolking.

Slide 22 - Open vraag