SEL: Lichaamstaal

SEL: Lichaamstaal
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SEL: Lichaamstaal

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag bij SEL
  • Uitleg lichaamstaal
  • Naar de gymzaal
  • Opdracht: uitbeelden emoties en beroepen (20min)
  • Beloningsspel: Pionnenvoetbal  (+/-10min?)
  • Terug naar de klas

Slide 2 - Tekstslide

Wat is lichaamstaal?

Slide 3 - Woordweb

Wat is lichaamstaal?
  • Gezichtsuitdrukking
  • Houding
  • (Geen) oogcontact
  • Handgebaren

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht: uitbeelden
  • Jullie worden ingedeeld in groepen van 3/4
  • In de gymzaal krijgt telkens 1 persoon per groep twee kaartjes met een  beroep en een emotie en gaat deze uitbeelden aan zijn/haar groep.
    Bijvoorbeeld: een boze buschauffeur, of een blije piloot.
  • De groep die deze als eerste het juiste beroep raad wint een punt.
  • Iedereen komt drie keer aan de beurt.
  • Let op!: de persoon die het beroep uitbeeld mag niet laten weten of de groep het goed of fout aan het raden is!

Slide 5 - Tekstslide

Naar de gymzaal!
Rustig lopen
Stil zijn
Gelijk op de bank zitten
Geen spullen aanraken

Slide 6 - Tekstslide

Het meisje heeft een negatieve uitstraling. Waaraan zie je dat?
A
Ze draagt donkere kleuren
B
Ze heeft haar armen over elkaar
C
Ze kijkt weg

Slide 7 - Quizvraag

Boos
Verward
Schuldig

Slide 8 - Sleepvraag

1
2
3
De toon van je stem
Je woorden
Je lichaamstaal

Slide 9 - Sleepvraag


A
Beschaamd
B
Bedeesd
C
Arrogant
D
Nonchalant

Slide 10 - Quizvraag


A
Beschaamd
B
Bedeesd
C
Arrogant
D
Nonchalant

Slide 11 - Quizvraag


A
Beschaamd
B
Bedeesd
C
Arrogant
D
Nonchalant

Slide 12 - Quizvraag

HOE ZIE JE OF IEMAND...
Hij staat ontspannen
Hij durft je niet aan te kijken
Hij kijkt stiekem naar je en glimlacht
Hij maakt zich lang en kijkt van bovenaf op je neer
Hij kijkt je niet aan, maar kijkt naar iets anders
Bedeesd is
Arrogant is
Onverschillig is
Relaxed is
Jou leuk vindt

Slide 13 - Sleepvraag

Hoe kun je zelfverzekerd overkomen?

Slide 14 - Woordweb

Stel: jouw vriend/vriendin is verliefd op iemand en wilt weten of dat andersom ook zo is. Waar moet je dan op letten? Geef een of meerdere tips:

Slide 15 - Open vraag