3-12-2020 thuiswerkles Engels

Lesson 3: geoefend met de tijd in het Engels, spreekoefening en opdrachten in het boek gemaakt. 
Oefenen met de woordjes van lesson 2+3
Geef antwoord op de vragen die je in de volgende dia's tegenkomt. 
Gebruik de studybox in je boek als je het antwoord niet weet. 
Engels
3-12-2020
thuiswerkles
Geef antwoord op de vragen die je in de volgende dia's tegenkomt. 
Kende je al veel woorden?
-
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesson 3: geoefend met de tijd in het Engels, spreekoefening en opdrachten in het boek gemaakt. 
Oefenen met de woordjes van lesson 2+3
Geef antwoord op de vragen die je in de volgende dia's tegenkomt. 
Gebruik de studybox in je boek als je het antwoord niet weet. 
Engels
3-12-2020
thuiswerkles
Geef antwoord op de vragen die je in de volgende dia's tegenkomt. 
Kende je al veel woorden?
-

Slide 1 - Tekstslide

jacket =
A
winterjas
B
jasje
C
zomerjas
D
leren jas

Slide 2 - Quizvraag

trousers =
A
rok
B
jurk
C
broek
D
broeken

Slide 3 - Quizvraag

jumper =
A
springen
B
springer
C
trui
D
t-shirt

Slide 4 - Quizvraag

size=
A
seizoen
B
maat
C
vriend
D
kledingstuk

Slide 5 - Quizvraag

to try on
A
uitkiezen
B
passen

Slide 6 - Quizvraag

Schrijf het getal voluit: 9
(bijvoorbeeld: 8=eight)

Slide 7 - Open vraag

Schrijf het getal voluit: 11

Slide 8 - Open vraag

Schrijf het getal voluit: 23

Slide 9 - Open vraag

Schrijf het getal voluit: 65

Slide 10 - Open vraag


Slide 11 - Open vraag

wachten =
A
wachting
B
to wait
C
waiting
D
posten

Slide 12 - Quizvraag

opschieten=
A
to shoot up
B
to hurry

Slide 13 - Quizvraag

snel=
A
soon
B
quick

Slide 14 - Quizvraag

nogmaals=
A
again
B
aged

Slide 15 - Quizvraag

schrijf deze zin in het Engels:
het kost 10 pond
(kijk in de studybox)

Slide 16 - Open vraag

schrijf deze zin in het Engels:
het kost een uur om daar te komen.

Slide 17 - Open vraag

schrijf deze zin in het Engels:
het is best klein

Slide 18 - Open vraag

schrijf deze zin in het Engels:
mijn budget is vijftien pond.

Slide 19 - Open vraag

schrijf deze zin in het Engels:
het is twintig minuten hiervandaan.

Slide 20 - Open vraag

schrijf deze zin in het Engels:
hoe laat is het?

Slide 21 - Open vraag

schrijf deze zin in het Engels:
ik ben de tijd vergeten.

Slide 22 - Open vraag