§ 3.7 Écrire.

                   être           avoir        

je (j')
tu
il/elle/on

nous
vous
ils/elles
suis
avons
sont
a
sommes
avez
ont
es
êtes
as
est
ai
1 / 11
volgende
Slide 1: Sleepvraag
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

                   être           avoir        

je (j')
tu
il/elle/on

nous
vous
ils/elles
suis
avons
sont
a
sommes
avez
ont
es
êtes
as
est
ai

Slide 1 - Sleepvraag

de bezittelijke voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 2 - Sleepvraag

Doel:
- Je kunt een afspraak maken en op een uitnodiging reageren. 

Slide 3 - Tekstslide

Les:

- Herhalen: avoir & être.
- Herhalen: bezittelijk voornaamwoord.
- Samen maken: ex 25.
- Zelfstandig werken.
Huiswerk:

- Leren voor de toets. 

Slide 4 - Tekstslide

AVOIR & ÊTRE
hebben
zijn

Slide 5 - Tekstslide

het bezittelijk voornaamwoord
mnl (le)
vrl (la)
mv (les)
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son 
sa 
ses

Slide 6 - Tekstslide

Exercice 25

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig werken:
- mk ex 26 & 28 (af in de les).
- lr voor de toets (schrijven/quizlet).

Slide 8 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
Iets anders
mon
ma
mes
ton
ta
tes
son
sa
ses
je
il
elle
tu
nous
vous

Slide 9 - Sleepvraag

... ... élève au collège Diderot. (ik ben)
Ik ben leerling op het Diderot college.

Slide 10 - Open vraag

... ... un cours de maths. (zij hebben)
Zij hebben een les wiskunde.

Slide 11 - Open vraag