§4.1 Een wereld van verschillen

In welk land ligt de armoedegrens het hoogst?
A
Nederland
B
Haiti
C
Frankrijk
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

In welk land ligt de armoedegrens het hoogst?
A
Nederland
B
Haiti
C
Frankrijk

Slide 1 - Quizvraag

De koopkracht is hoeveel je mag kopen.
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quizvraag

De Armoedegrens is hoog, dus:
A
het land is rijk
B
het land is arm

Slide 3 - Quizvraag

Als je met 10 euro in een land erg veel kunt kopen, dan is de koopkracht in dat land:
A
Hoog
B
Laag

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer werk je in de scharreleconomie?
A
als je een baan hebt die niet geregistreerd staat, bijvoorbeeld: schoenpoetser
B
Illegaal werk, zoals: oplichters en dieven

Slide 5 - Quizvraag

Besteden de rijkste landen in verhouding met hun inkomen ook altijd het meeste aan onderwijs?
A
nee
B
ja

Slide 6 - Quizvraag

In welke landen gaan de meeste kinderen nog tot hun 18e jaar naar school?
A
lower income countries
B
Middle-lower income countries
C
upper middle countries
D
High income countries

Slide 7 - Quizvraag

Waarom zijn er vaak zo weinig mensen actief in de landbouw in rijke landen?
A
Minder populair beroep in rijke landen
B
Het eten wordt allemaal geïmporteerd
C
Er worden machines gebruikt in rijke landen

Slide 8 - Quizvraag

Bekijk bron E en F, als in verhouding meer mensen in verhouding actief zijn in de landbouw, dan:
A
Is het land vaak armer
B
Is het land vaak rijker

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk bron B: armoede in de wereld. Is de ontwikkeling positief of negatief als het gaat welvaart wereldwijd?
A
Positief
B
Negatief
C
Blijft gelijk

Slide 10 - Quizvraag