4.6 hormonen

Reageren met hormonen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Reageren met hormonen

Slide 1 - Tekstslide

Is er iets dat jij mist bij biologie?

Slide 2 - Open vraag

Volgende week
SO hoofdstuk 4.4, 4.5 en 4.6

Staat in Magister, met aantal manieren om te leren. Lees goed!

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Lesdoelen
  • Film + kijkvragen
  • Uitleg + Zelf aan de slag
  • Pauze
  • Klassikale opdrachten + opdrachten maken
  • Nabespreken

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Na vandaag kan je uitleggen hoe hormonen werken.
2. Na vandaag kan je de verschillende hormoonklieren herkennen en benoemen. 
3. Na vandaag kan je de functies van de verschillende hormonen benoemen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat zijn hormonen?
  • Hormonen zijn regelstoffen

  • Hormoonklieren maken deze stoffen
  • Bij signaal (van zenuwcel of ander hormoon) 
    geven de cellen stoffen af aan het bloed



Slide 7 - Tekstslide

Hoe werken hormonen?
je hersenen regelen alle werkingen van je organen.
dit doen ze door 2 dingen:
  1. met het zenuwstelsel (zintuigen-->impulsen)
  2. met hormonen
regelstoffen die gemaakt worden in de hormoonklieren:
1 hypofyse - 2 schildklier - 3 bijnier - 4 eilandjes van langerhans - 5 eierstokken - 6 zaadballen

Slide 8 - Tekstslide

Hormoonklier
Maakt hormonen en geeft deze af aan het bloed.

Andere klieren geven hun product af via een afvoerbuis. Bij een hormoonklier is dat dus anders!

Slide 9 - Tekstslide

Hormoonklieren
  • Kunnen aan en uit worden gezet door een impuls via een bewegingszenuwcel of door een ander hormoon

Slide 10 - Tekstslide

Welke functie hebben hormonen?
  1. Hypofyse: groeihormonen (groeien)
  2. Schildklier: schildklierhormoon (verbranding)
  3. Eilandjes van Langerhans: insuline en glucagon (suiker)
  4. Bijnier: adrenaline (stress)
  5. Eierstokken: oestrogeen (vrouwelijke kenmerken)
  6. Zaadballen: testosteron (manlijke kenmerken)

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Lees bladzijde 129 t/m 131
Bekijk bron 3 op bladzijde 130 en leer de namen van de hormoonklieren

Slide 12 - Tekstslide

Pauze

Slide 13 - Tekstslide

Zenuwstelsel - Hormoonstelsel

Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren die hormonen maken. Het hormoonstelsel werkt vaak samen met het zenuwstelsel. 
Hiernaast zie je een aantal hormoonklieren.
Hypofyse
1
Schildklier
2
Bijnieren
3
Alvleesklier
4
Vrouw: Eierstokken
5
Man: teelballen
6
Leer de hormoonklieren
Functie hormoonstelsel
Het hormoonstelsel regelt vooral langzame, langdurige processen.
(Info: Adrenaline is een hormoon dat voor snelle processen zorgt)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Maken in werkboek B, Hoofdstuk 4.6:
Opdracht 3, 5, 6, 7, 9 (bladzijde 48)
Gebruik je boek om de antwoorden te zoeken

Tot 10 minuten voor het einde van de les, dan nabespreken!
Klaar met deze opdrachten? Ga verder met opdracht 10, 11 en 12

Slide 17 - Tekstslide

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
hormoonklieren

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van hormonen?
A
hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
B
hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
C
hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

Slide 19 - Quizvraag

sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
testikels
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren

Slide 20 - Sleepvraag

Welke andere hormonen beïnvloeden vooral de werking van de eierstokken
A
Hormonen uit de alvleesklier
B
Hormonen uit de hypofyse
C
Hormonen uit de schildklier
D
Hormonen uit een bijnier

Slide 21 - Quizvraag

Hormonen werken sneller dan impulsen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Welk hormoon speelt een rol bij de verbranding?

Slide 23 - Open vraag