In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
6.3 Oppervlakte vergroten
Hoe ziet de les er van vandaag uit:
Huiswerk 6.2 nakijken
Terughalen kennis
Theorie
Slide 1 - Tekstslide
Oppervlakte gebruik je voor
A
Het aantal tegels neerleggen in een tuin
B
Het aantal liter melk in een pak uitrekenen
Slide 2 - Quizvraag
Inhoud gebruik je voor
A
Vlakke figuren
B
Ruimtefiguren
Slide 3 - Quizvraag
Oppervlakte en inhoud vergroten
Rechthoek II is een vergroting van rechthoek I
De vergrotingsfactor is 4.
Rechthoek 1 past 4X in de lengte en 4X in de breedte.
De oppervlakte is van 1X1 gegaan naar 4X4 oftewel 42
Slide 4 - Tekstslide
Oppervlakte en inhoud vergroten
De formule voor het vergroten en verkleinen van een oppervlakte is dan ook:
opp beeld= vergrotingsfactor2 x opp origineel
Slide 5 - Tekstslide
Bereken de oppervlakte van een rechthoekige foto van 3 cm bij 5 cm.
A
1,5
B
8
C
15
D
150
Slide 6 - Quizvraag
De oppervlakte van de foto is 15 cm Bereken de oppervlakte van de vergroting: De foto wordt vergroot met factor 6. oppervlakte vergroting = vergrotingsfactor x oppervlakte orig.