1. Landschapszones

Landschapszones
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek en schrift op tafel, iPad in LessonUp.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Landschapszones
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek en schrift op tafel, iPad in LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
- Welke landschapszones er zijn op aarde

- Waarom die op die plaatsen voorkomen

- Welke verschillen ertussen je kan herkennen

- Hoe de mensen in die landschappen leven

Slide 2 - Tekstslide

Wat leren we deze week?
Je kan de aanwezigheid van verschillende landschapszones omschrijven en verklaren.

Wat betekent omschrijven?

Wat betekent verklaren?

Slide 3 - Tekstslide

Landschapszones
Hoe een omgeving eruit ziet, verschilt van gebied tot gebied.

Als een groter gebied overeenkomsten heeft in klimaat en plantengroei, dan noemen we dat gebied een landschapszone.
Tropische zone:
Warm, veel neerslag, veel verschillende bomen en planten

Slide 4 - Tekstslide

Temperatuur en neerslag bepalen voor een groot deel het landschap.

Uiteindelijk hebben we zes grote zones op de wereld.
<<<

Slide 5 - Tekstslide

Van de evenaar tot de polen:
Tropisch (heel warm en vochtig)
Subtropisch (warm, minder vochtig)
Aride (droog)
Gematigd (weinig extremen)
Boreaal (kouder, naaldbomen)
Polair (heel koud, weinig/geen planten)

Slide 6 - Tekstslide

Bij welke zone denk je dat wij horen?
A
Subtropisch
B
Gematigd
C
Boreaal
D
Aride

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke zone past deze foto?
A
Gematigd
B
Boreaal
C
Aride
D
Tropisch

Slide 8 - Quizvraag

Veel gebieden op de wereld zijn aangepast door de mens.

De oorspronkelijke plantengroei is weggehaald, en er zijn huizen, wegen en akkers aangelegd.

Dit heet een cultuurlandschap.
Gebieden die niet zijn aangepast (natuurlandschappen), zijn vaak erg moeilijk om in te wonen. Zoals het regenwoud of de Noordpool.

Slide 9 - Tekstslide

We kijken bij landschapszones naar de hele wereld tegelijk.
Dat heet ook wel: op mondiale schaal.

Slide 10 - Tekstslide

Huh?
Goede vraag.

Bij aardrijkskunde ga je soms heel ver inzoomen (een klein gebied bekijken), en soms heel ver uitzoomen (een groot gebied bekijken).
We noemen dit schaalniveaus.

Slide 11 - Tekstslide

Als je helemaal inzoomt tot één wijk in Emmen, dan kijk je op...
A
Lokale schaal
B
Nationale schaal
C
Continentale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 12 - Quizvraag

Wat hebben we geleerd?
Op de wereld zijn zes grote landschapszones in te delen.

Welk landschap ergens is, hangt veel af van temperatuur en neerslag.

Een gebied dat is ingericht door mensen, heet een cultuurlandschap.

Als we naar de hele wereld kijken, dan kijken we op mondiale schaal.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maak: de opdrachten in deze LessonUp.

Hoe? In je schrift. Gebruik je boek (B76 en B77).
Met wie? Je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang? Tot het einde van deze les.
Klaar? Werk vast verder aan les 2.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 1
Gebruik B76.
Neem de namen van de zes landschapzones over in je schrift. Schrijf achter/onder elke zone een korte beschrijving van hoe die zone eruit ziet. Denk bij beschrijving vooral aan de plantengroei die je in dat gebied vindt.

Als je niet weet hoe iets eruit ziet, zoek dan online afbeeldingen op van de zones en omschrijf wat je ziet.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 1 - Antwoorden
Tropische zone - Veel begroeiing, dicht op elkaar, verschillende soorten bomen en planten, bomen op veel verschillende hoogtes.
Aride zone - Weinig begroeiing, geen bomen, zand of rotsen.
Subtropische zone - Vrij veel begroeiing, bv. palmbomen en olijfbomen.
Gematigde zone - Vrij veel begroeiing, veel bomen met blaadjes (loofbomen) maar ook naaldbomen.
Boreale zone - Geen loofbomen maar alleen naaldbomen en grassen.
Polaire zone - Geen bomen, alleen grassen of helemaal geen begroeiing.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 2
Gebruik B77.
a. Waarom is er in onze leefomgeving nog maar weinig over van de oorspronkelijke plantengroei die hier ooit was?
b. Wat is een ander woord voor 'plantengroei'?

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2 - Antwoorden
a. Waarom is er in onze leefomgeving nog maar weinig over van de oorspronkelijke plantengroei die hier ooit was?
Omdat de plantengroei door mensen is weggehaald om een ingericht landschap te maken - huizen, wegen enz.
b. Wat is een ander woord voor 'plantengroei'?
Vegetatie.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 3
a. Wat is het verschil tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap?

Bekijk de foto's op de volgende slide.
b. Zie je op foto 1 een natuurlandschap of een ingericht landschap? Leg uit.
c. Zie je op foto 2 een natuurlandschap of een ingericht landschap? Leg uit.

Slide 19 - Tekstslide

Foto 1
Foto 2

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 3 - Antwoorden
a. Wat is het verschil tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap?
Een natuurlandschap heeft de oorspronkelijke plantengroei nog - bij een ingericht landschap hebben mensen die vegetatie weggehaald.

Bekijk de foto's op de volgende slide.
b. Zie je op foto 1 een natuurlandschap of een ingericht landschap? Leg uit.
Je ziet een ingericht landschap, omdat mensen hier een stad hebben gebouwd.
c. Zie je op foto 2 een natuurlandschap of een ingericht landschap? Leg uit.
Je ziet een natuurlandschap, omdat hier geen invloed van mensen te zien is.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 4
Bekijk de afbeelding.
a. Bij welke landschapszone hoort deze foto?
b. Zullen in dit gebied veel of weinig mensen wonen?
c. Leg je antwoord bij b uit.

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 4 - Antwoorden
a. Bij welke landschapszone hoort deze foto?
Bij de polaire zone.
b. Zullen in dit gebied veel of weinig mensen wonen?
Weinig.
c. Leg je antwoord bij b uit.
De omstandigheden in deze zone zijn niet
prettig voor mensen (koud, je kan er weinig
eten verbouwen).

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 5
Gebruik B77 en figuur 3.4 in je Basisboek.
a. Op welk continent van de wereld wonen de meeste mensen?
b. Geef een reden waarom mensen niet in de aride zone zouden gaan wonen.
c. Geef een reden waarom mensen niet in de tropische zone zouden gaan wonen.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 5 - Antwoorden
a. Op welk continent van de wereld wonen de meeste mensen?
Het continent Azië.
b. Geef een reden waarom mensen niet in de aride zone zouden gaan wonen.
Het is daar zo droog dat je geen eten kan verbouwen.
c. Geef een reden waarom mensen niet in de tropische zone zouden gaan wonen.
Het is moeilijk begaanbaar omdat de bomen zo dicht op elkaar groeien / de bodem is niet vruchtbaar dus je kan er moeilijk eten verbouwen.

Slide 25 - Tekstslide