In deze les zitten 9 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Je kunt goede argumenten geven voor je standpunt
Je kunt met argumenten reageren op de ander door de frase, "Daar wil ik op reageren"
En je kunt duidelijk maken waarom je het er niet mee eens bent.
Je laat elkaar uitpraten
Je luistert aandachtig
Je reageert met argumenten
2 observanten (beoordelen m.b.v. een beeordelingsformulier)
2 leerlingen zijn voor de stelling
2 leerlingen zijn tegen de stelling
De observanten bespreken hun beoordeling met de debaters.
Doe dit respectvol!