Onrust in de Nederlanden 2.3

Welkom
Pak je boeken, map en etui erbij
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je boeken, map en etui erbij

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Herhaling
  2. Lesdoelen
  3. Uitleg
  4. Klassikaal werken
  5. Zelfstandig werken
  6. Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Noem het belangrijkste verschil tussen Calvijn en Luther over het leven na de dood.

Slide 3 - Open vraag

Noem het belangrijkste verschil tussen Calvijn en Luther over de verhouding tussen onderaan en vorst.

Slide 4 - Open vraag

Lesdoel
1. Je kan uitleggen op welke manier Karel V het bestuur in de Nederlanden probeerde te centraliseren. (T1)

2. Je kunt op politiek, economisch en religieus gebied uitleggen waarom de adel, steden en gewesten zich tegen de centralisatie van Karel V en Filips II verzetten.

Slide 5 - Tekstslide

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen

  • Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In die gebieden was een heer de baas

  • Rond 1500 waren al deze gebieden in handen van de Habsburgers
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 6 - Tekstslide

Bestuur van de Nederlanden
  • Nederlanden waren geen eenheid maar uit 17 gewesten.
  • Gewest heeft eigen regels en gewoonten.
  • De gewestelijke Staten: de belangrijkste mensen van de gewesten (komen uit steden).
  • In ruil voor privileges waren de Staten bereid belasting te betalen aan de landsheer (Karel V)

Slide 7 - Tekstslide


Karel V
1500-1558



  • Karel van Habsburg erft het bestuur over de Nederlandse gewesten (1506), Spanje (1516) en het Rooms-Duitse Rijk (1519)
  • Door huwelijken, veroveringen en erfenissen is zijn rijk enorm geworden
  • Hoewel hij koning van Spanje en Keizer van het Rooms-Duitse Rijk is, wordt hij geen koning, maar 'Heer van de Nederlanden'
De aanspreektitel van Karel?

Karel, bij de gratie Gods, Heilig Rooms keizer, Semper Augustus, Koning van Duitsland, Koning van Italië, Koning van heel Spanje, Castilië, Aragón, León, Navarra, Granada, Toledo, Valencia, Galicië, Mallorca, Secillia, Córdoba, Murcia, Jaén, Algarve, Algeciras, Gibraltar, de Canarische eilanden, Koning van de Beide Siciliën, Sardinië, Corsica, Koning van Jerusalem, Koning van de Westelijke en Oostelijke Indiën, Heer van de Eilanden en de Grote Oceaan, Aartshertog van Oostenrijk, Hertog van Bourgondië, Brabant, Lotharingen, Stiermarken, Karinthië, Krain, Limburg, Luxemburg, Gelderland, Neopatrië, Württemberg, Landgraaf van de Elzas, Prins van Zwaben, Graaf van Vlaanderen, Habsburg, Tirol, Gorizia, Barcelona, Artesië, Franche Comté, Henegouwen, Holland, Zeeland, Ferrette, Kyburg, Namen, Roussillon, Cerdagne, Drenthe, Zutphen, Markgraaf van het Heilig Roomse Rijk, Burgau, Oristano en Gociano, Heer van Friesland, het Wendland, Pordenone, Biskaye, Molin, Salins, Tripoli en Mechelen.

Slide 8 - Tekstslide

Vrienden van Karel V
Gebieden in Zuid-Amerika die zijn veroverd sinds de ontdekking van Amerika door Columbus.
Gebieden die Karel erfde na de dood van zijn vader in 1506
Gebieden die Karel erfde na de dood van zijn vader in 1506
Gebieden die Karel tijdens zijn regeerperiode veroverde.
De uitbreiding van het Ottomaanse Rijk bleef een voortdurende bedreiging voor het rijk van Karel V. Daarnaast was in de Middeleeuwen het christendom de belangrijkste godsdienst in Europa, en de Islam was een grote bedreiging. Karel voelt zich, als koning van Jeruzalem, verplicht om een kruistocht tegen de islam te voeren.
Vrienden van Karel V
Gebieden die Karel tijdens zijn regeerperiode veroverde.
Door de Spaanse veroveringen in Zuid-Amerika wordt hij heerser over een rijk waar de zon nooit ondergaat.
Hoewel Karel officieel keizer van het Rooms-Duitse Rijk was (zwart omlijnd op de kaart), waren veel van de vorsten in dit rijk niet gehoorzaam aan Karel.
Karel had zeer regelmatig oorlog met Frankrijk, tussen: 1521-1526, 1526-1529, 1535-1538, 1542-1544 en 1552-1559. Dit had vooral te maken met de ligging van beide landen, maar ook met macht en invloed in andere landen.

Slide 9 - Tekstslide

Het bestuur van de Nederlanden
  • Zoals je ziet, het is een enorm rijk dus---> landvoogd(es) is de baas in de Nederlanden. Hij/zij bestuurt in de naam van de koning.
  • Binnen elke gewest benoemde hij stadhouders als plaatsvervangers van de koning.

Slide 10 - Tekstslide

Centralisatie 
  • Centralisatie: een bepaald gebied vanuit een plek besturen.  
  • Voor Karel V was het onhandig dat elk gewest eigen wetten en regels heeft ---> Brussel wordt het machtscentrum.
  • Karel V roept ook weer de Staten-Generaal op. Dit zijn de afgevaardigden uit gewest. Dit doet hij wanneer hij geld nodig heeft bijvoorbeeld.

Slide 11 - Tekstslide

Centralisatie 
  • Dit was voor de gewesten prima
  • Maar dan....
  • Karel V breidde het ambtenarenapparaat uit---> edelen en burgers uit de steden boos, want... zij raken hun macht, privileges en inkomsten kwijt.
  • Daarnaast mochten de steden zichzelf niet meer besturen
  • Dit leidt tot groot verzet

Slide 12 - Tekstslide

Strijd tegen de ketters
  • Karel V wilde religieuze eenheid. 
  • Door plakkaten op te stellen, werden protestanten vervolgd. 
  • Maar in praktijk werden de protestanten niet vaak vervolgd, 

Slide 13 - Tekstslide


Filips en de Nederlanden


  • Filips wilde een eenheid maken van zijn rijk: regels en wetten moesten overal hetzelfde zijn. Oude rechten van de gewesten zouden niet meer gelden.
  • Het bestuur zou niet door de Nederlandse edelen worden uitgevoerd, maar door Spaanse ambtenaren. De edelen waren daardoor minder machtig.
  • Iedereen moest katholiek zijn: ketters (protestanten) moesten zwaar worden gestraft. De Nederlandse edelen moesten hiervoor zorgen.
Het Escorial was het klooster-paleis van Filips II in Madrid. In tegenstelling tot zijn vader was Filips niet graag in de Nederlanden: het was er te koud en dat hielp niet bij zijn reuma.

Filips was opgevoed in Spanje door monniken. Hij was erg godsdienstig, bijna op het waanzinnige af. Zijn manier van regeren werd dan ook sterk bepaald door het katholieke geloof: de strijd tegen andere godsdiensten.

Toen er in 1559 vrede met Frankrijk kwam, kon hij eindelijk terug naar Spanje. In de Nederlanden hebben ze hem sindsdien niet meer gezien.

Slide 14 - Tekstslide

Filips !!
  • Opvolger en zoon van Karel V
  • Bleef in Spanje wonen dus...
  • Landvoogdes in de Nederlanden: Margareta van
Parma.
  • Onder hem werden ketters (protestanten) 
door de inquisities vaker vervolgd.
  • Ondanks vervolgingen, meer protestanten erbij

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan uitleggen op welke manier Karel V het bestuur in de Nederlanden probeerde te centraliseren. 
  • Een land of rijk vanuit één plek besturen met algemene regels en wetten. (Brussel)
  • Speciale raden die hem advies gaven.
  • Ambtenaren namen taken over van de adel 
  • Maar... de steden, adel en gewesten behouden zelfstandigheid


Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen

Je kunt op politiek, economisch en religieus gebied uitleggen waarom de adel, steden en gewesten zich tegen de centralisatie van Karel V en Filips II verzetten.

Slide 17 - Tekstslide

Filips II en Karel V
Adel en gewesten en steden
Economisch
Universele belastingen en dit innen door ambtenaren
Universele belastingen en privileges verliezen.
Religieus
Religieuze eenheid (katholiek!)
Vervolgen ketters onder Filips heftigst
Tegen kettervervolgingen. Onder Filips werd het verzet groter.
Politiek
Centralisatie, ambtenarij laten besturen later ook Spaanse ambtenaren.
Onder Karel V (Brussel)
Onder Filips II (Spanje)
Adel en steden raken hun privileges kwijt. Autonomie raken ze kwijt

Slide 18 - Tekstslide

Wat is centralisatie?

Slide 19 - Open vraag

Wat is een gewest?

Slide 20 - Open vraag

Wat is een privilege?

Slide 21 - Open vraag