6 Voeding, vocht en uitscheiding

Voeding, vocht en uitscheiding
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voeding, vocht en uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesplanning
Deze week
Vorige week

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede voeding?
Voedingsstoffen:
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Eiwitten
  • Vitamines
  • Mineralen

Met een gezond voedingspatroon krijg je van alle voedingsstoffen voldoende binnen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je ondervoeding?
  • Gewichtsverlies zonder dat dit de bedoeling is (ook bij overgewicht!)
  • Kleding die te wijd wordt of een horloge dat losser om de pols zit
  • een slechte eetlust
  • een (te) laag gewicht
  • vermoeidheid of een slechte conditie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat ondervoeding?
Als mensen ziek zijn, eten ze vaak minder. 

Het lichaam verbruikt dan meer energie en voedingsstoffen. 

Stofwisseling verandert. Hierdoor verlaagt de weerstand. 

Er kunnen eerder complicaties ontstaan en wonden genezen minder snel. Dit leidt tot een vertraagd herstel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van ondervoeding
  • Acute of chronische ziekte.
  • Verminderde voedselinname door een verminderde eetlust.
  • Moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of de vertering.
  • Maag- / darmklachten, misselijkheid.
  • Psychologische problemen, zoals angst, depressie of verdriet.
  • Sociale factoren, zoals eenzaamheid of geen mogelijkheid om eten te kopen of te bereiden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicogroepen met een verhoogd risico op ondervoeding
  • Kwetsbare ouderen thuis, in een verzorgingshuid of woonzorgcentrum;
  • Cliënten die meerdere ziekten hebben, chronisch ziek zijn of veel medicatie gebruiken;
  • Cliënten met lichamelijke beperkingen;
  • Cliënten met een niet- passende gebitsprothese, kauw- of slikproblemen;
  • Cliënten (met name oudere en ernstige ziekte) die recent ontslagen zijn uit het ziekenhuis;
  • Cliënten met psychosociale problemen en verwaarlozing;
  • Cliënten met alcohol- of drugsmisbruik 











Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van ondervoeding

  • verminderde weerstand
  • verminderde spiermassa
  • minder soepel bewegen
  • grotere kans op vallen
  • langzamer herstel na een operatie of ziekte
  • meer en ernstigere complicaties na een operatie

  • vertraagde wondgenezing
  • verhoogde kans op doorligwonden (decubitus)
  • verminderde hart- en longcapaciteit
  • lagere kwaliteit van leven
  • sociaal isolement
  • verhoogde kans op overlijden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adviezen ondervoeding

  • Zorg dat de maaltijd er zo aantrekkelijk mogelijk uitziet
  • Neem bewust tijd om te eten en goed te kauwen.
  • Eet vaker per dag kleinere porties
  • Probeer bij elke maaltijd of tussenmaaltijd een (soja) melkproduct te gebruiken.
  • Sla geen maaltijden over
  • Kies niet voor suikervrije, light, halfvolle of magere producten.
  • Kies voor kant en klare gerechten
  • Eet gevarieerd en probeer verschillende voedingsmiddelen uit.
  • Kies als er geen trek is in warm eten, voor een koude maaltijd.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criteria ondervoeding
  • Als iemand onbedoeld in een maand vier kilo afvalt (onvrijwillig)
  • Of in zes maanden meer dan vier kilo afvalt (onvrijwillig)
  • Dit geldt ook bij een persoon met overgewicht
  • Ook een BMI <22 kan risico op ondervoeding betekenen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ondervoeding?
Als je te lang te weinig eet, raak je ondervoed.

Bij ondervoeding is het verbruik van energie hoger dan wat er aan energie met de voeding binnenkomt. 

Het lichaam verzwakt 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is obstipatie?
A
Diarree
B
Verstopping
C
Benauwdheid
D
Bloedneus

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een dieet dat een zorgvrager voorgeschreven krijgt bij obstipatie is
A
vloeibare voeding
B
vetbeperkt dieet
C
vezelverrijk dieet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitscheiding en incontinentie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is sputum?
A
uitscheidingsproduct van de blaas
B
uitscheidingsproduct van de dikke darm
C
uitscheidingsproduct van de longen
D
uitscheidingsproduct van de bovenste luchtwegen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een complicatie bij braken?
A
oedeem
B
benauwdheid
C
uitdroging
D
maagbloedingen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is projectielbraken?
A
Met grote kracht braken
B
Braken van kleine stukjes
C
In golven braken
D
Spugen bij baby's

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Braken is een reden voor het starten van een vochtbalans
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vochtbalans
negatieve vochtbalans
positieve vochtbalans

wat kan er allemaal genoteerd worden in een vochtbalans..?

Slide 20 - Tekstslide

Positief: Meer vocht opgenomen dan uitgescheiden
 ( overvullen)
Negatief: Meer vocht uitgescheiden dan opgenomen
( uitdrogen)

denk ook aan braken, diarree, transpireren
Even oefenen
Mevrouw van Groningen, heeft een vochtinfuus van 2500 ml per 24 uur. Zij eet 2 bekertjes yoghurt van 150 ml . Vervolgens dronk zij 2 bekers thee van 150 ml. Mevrouw van Groningen kon niet plassen en daarom werd zij gekatheteriseerd: 2200 ml. Daarnaast heeft zij 3 keer gebraakt, 1 keer 150 ml, de 2e keer 100 ml en de 3e keer 200 ml.


Maak de vochtbalans op; 
Heeft mw. Van Groningen een positieve of een negatieve vochtbalans?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Input: 2500ml infuus in 24 uur + 2x 150ml yoghurt + 2x 150 ml thee =3100 ml 
output: katheter  2200ml + braken 150 ml+100 ml +200 ml= 2650ml 

De vochtbalans van mw van Groningen is  Positief . 
Ze heeft meer opgenomen dan uitgescheiden

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

observeren urine

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

thuis de verschillende soorten bekijken

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
  • Verdergaan waar we nog niet aan zijn toegekomen van deze week.

  • planning dulon online:

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra informatie

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

UWI/blaasontsteking
  • Vaak moeten plassen
  • Pijn tijdens het plassen
  • Een branderig gevoel bij het plassen
  • Troebele urine
  • Stinkende urine
  • Bloed in de urine, al komt dit niet vaak voor
  • Pijn in de buik of onder in de rug
  • Donkere of geconcentreerde 

specifiek bij ouderen:
  • Verwardheid
  • Delier

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies