37: LOGO TV + KAiserschmarrn

STARTOPDRACHT: vertaal naar het Nederlands

Zutaten für Kaiserscharren:
  • Milch
  • Butter
  • Mehl
  • Eier
  • Salz
  • Puderzucker

Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

STARTOPDRACHT: vertaal naar het Nederlands

Zutaten für Kaiserscharren:
  • Milch
  • Butter
  • Mehl
  • Eier
  • Salz
  • Puderzucker

Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 1 - Tekstslide


Ingrediënten voor Kaiserscharren:
  • melk
  • boter
  • meel
  • eieren
  • zout
  • poedersuiker
Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 2 - Tekstslide

Woche: acht
Aan het einde van dit lesuur:
1. Opdracht: Kaiserschmarrn maken
2. Logo TV gesehen

Slide 3 - Tekstslide

1. Opdracht Kaiserschmarren maken
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 4 - Tekstslide

Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: Vul de juiste lidwoorden en de juiste werkwoordvormen in.
: Schüler selbständig

: in Teams

: fünf Minuten

: juiste uitspraak helpt verstaanbaarheid
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
M
 der
 ein
kein

V
die
eine
keine


O
das
ein
kein


MV
die

keine


de
een
geen

Slide 6 - Tekstslide

zijn
hebben
ik
ich
bin
habe
jij
du 
bist
hast
hij/zij/het
er/sie/es 
ist
hat
wij
wir
sind
haben
jullie
ihr
seid
habt
zij/u
sie/Sie
sind
haben
Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 7 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
stam+E
stam+ST
stam+T
stam+EN
stam+T
stam+EN
STAM eindigt op D/T
STAM eindigt S-klank
Standaardregel
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
stam+E
stam+EST
stam+ET
stam+EN
stam+ET
stam+EN
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
stam+E
stam+T
stam+T
stam+EN
stam+T
stam+EN
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 8 - Tekstslide

Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: overal waar een u staat schrijf je OE

: Schüler selbständig

: in Teams

: fünf Minuten

: juiste uitspraak helpt verstaanbaarheid
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Het wordt leuk en lekker!

Slide 10 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
2T

Slide 11 - Tekstslide

2. hast du LOGO TV gesehen
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 12 - Tekstslide

BOX
1
KOLOM
2
      RIJ
3

Slide 13 - Tekstslide

Welche drei Themen gibt es?
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 14 - Tekstslide

Wo wohnt die Modratorin (=presentatrice)?
a. Köln
b. Mainz
c. Kiel
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekenen de volgende woorden in het Nederlands?
1. Krankheit
2. gesund
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 16 - Tekstslide

Wat vindt Leonie fijn aan het kinderhospice?
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 17 - Tekstslide

Wat is er bijzonder aan deze ruimtereis?
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 18 - Tekstslide

Welke sprong had de 100-jarige als eerste gesprongen?
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 19 - Tekstslide

Deze les leerde je:
de opdracht voor Kaiserschmarrn
Duitse aktualiteiten
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 20 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Hausaufgaben:


Slide 21 - Tekstslide