In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
PTO 4:
Hoofdstuk 12: Evolutie
Herhaling hoofdstuk 11: erfelijkheid + verdieping
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Lesprogramma:
Wat ontdekte Darwin?
Hoe ontstaan verschillende rassen?
Wat is natuurlijke selectie
Hoe ontstaan nieuwe soorten?
Hoe ontstaat erfelijke variatie
Wat is evolutie?
Huiswerk
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Reis op de Beagle
Vinken op de Galapagoseilanden
Slide 7 - Tekstslide
Reis op de Beagle
Vinken op de Galapagoseilanden
Slide 8 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Natuurlijke selectie als evolutiemechanisme:
Te veel nageslacht
De strijd om het bestaan (struggle for life)
Variatie
Survival of the fittest
Slide 9 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Te veel nageslacht
Slide 10 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Struggle for life
Slide 11 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Variatie
Slide 12 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Survival of the fittest
Natuurlijke selectie
Slide 13 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Survival of the fittest
Natuurlijke selectie
Slide 14 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Slide 15 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Slide 16 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Het giraffenvraagstuk
Er is teveel nageslacht.
Er is een strijd om het bestaan: in tijden van droogte zijn er niet genoeg acaciabladeren voor alle giraffen.
Er is variatie: giraffen met kortere en met langere nekken.
De best aangepaste overleeft: giraffen met nekken die lang genoeg zijn, kunnen voldoende bladeren eten en kunnen overleven en zich voortplanten en zo hun eigenschap (lange nek) doorgeven aan het nageslacht.
Zo neemt na opeenvolgende generaties het aantal giraffen met lange nekken in de populatie toe, en het aantal giraffen met kortere nekken af tot er enkel giraffen met lange nekken overblijven.
Slide 17 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Slide 18 - Tekstslide
Evolutietheorie van Darwin
Verklaart niet :
Hoe nieuwe variaties ontstaan (want geen kennis van DNA) --> mutaties
Op welke manier variaties/eigenschappen aan het nageslacht worden doorgegeven (want geen kennis van genen, chromosomen, ...) --> erfelijkheidsleer