Unit 5 Lesson 2 (Will)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today
Homework check
Grammar notes
Make exercises online

- Je kunt informatie begrijpen over alledaagse onderwerpen
- Je kunt begrijpen wat er tegen je wordt gezegd in een gesprek
-Je kunt met will iets over de toekomst zeggen.


Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent 'will' in de zin
'I will help you!'

Slide 3 - Open vraag

Will
Will gebruik je om:
-  aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 
- een voorspelling doen zonder bewijs.
- om aan te bieden iets te doen.

I will get a new TV soon.--> Ik zal binnenkort een nieuwe TV krijgen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat schrijf je op:
will + hele werkwoord

Voorbeeld: He will eat a burger.


Slide 5 - Tekstslide

Vormen
Je kan will op twee manieren schrijven:


  1. Lange vorm: Will
    He will close the window. It is cold.

  2. Korte vorm: 'll
    He'll close the window. It is cold.

Slide 6 - Tekstslide

Ontkennende zinnen
  • Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter 'will', of gebruik de korte vorm: won't 

I will not help you.           --- OF ---         I won't help you.
The cat will not eat.        --- OF ---         The cat won't eat.
His car will not start.      --- OF ---         His car won't start.

Slide 7 - Tekstslide

He .... us next week.
A
will
B
will visit
C
will visits
D
visits

Slide 8 - Quizvraag

I don't like Stefan. I .... him with his homework.
A
will help
B
will not help
C
won't help
D
help

Slide 9 - Quizvraag

Look at the dark clouds. I ... soon.
A
will
B
rains
C
rain
D
will rain

Slide 10 - Quizvraag

I have football practise tonight. We ... a movie tonight.
A
will watch
B
will watches
C
won't watches
D
won't watch

Slide 11 - Quizvraag

Vragende zinnen
Bij vragen zet je 'will' vooraan in de zin.
Will he see us again?

LET OP!!!
Bij vragen met 'I' en 'we' gebruik je 'shall' in plaats van 'will'.
Shall we go on a date?
Shall I help you?

Slide 12 - Tekstslide

She ___________ turn sixteen next June.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 13 - Sleepvraag

He ___________ tell you what to do.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 14 - Sleepvraag

___________ I help you with your homework?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
Will
Shall

Slide 15 - Sleepvraag

I don't know, ___________ we tell her the truth?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 16 - Sleepvraag

Marie ___________ text us when we can visit.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 17 - Sleepvraag


    The weather ________ be sunny and dry tomorrow.

    Marc ________ join us for dinner, he's not hungry.

   _______ we meet at eight on Friday?

     Maybe they _______ give you you money back if you ask nicely.
will
won't
shall
will

Slide 18 - Sleepvraag

Ik heb nog vragen over:

Slide 19 - Open vraag

Make online:
Paragraph 5.2 ex.
1, 2, 3, 4, 5
You need headphones for these exercises

Slide 20 - Tekstslide