Verdamper, condenser, pomp, expansieventiel en COP
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
natuurkundeHBOStudiejaar 2
In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Hoe werkt koelkast?
Gebruik volgende begrippen:
Verdamper, condenser, pomp, expansieventiel en COP
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je deze les nodig?
Slide 2 - Woordweb
Instructie
Uitleggen, demonstreren, controle vragen stellen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Entropie
Entropie is een toestandsvariabele
Hangt alleen af van de toestand van het systeem (niet van de voorgeschiedenis). Net als druk, inwendige energie, enz.
Onafhankelijk van het proces dat het systeem in die toestand heeft gebracht.
Slide 7 - Tekstslide
Zijn Q en W toestandsvariabelen?
A
nee
B
waarde hangt af van het doorlopen proces
C
ja
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Example 15.13 Een ijsblokje met een massa van 56 g wordt uit een opslagcompartiment bij 0 °C genomen en in een papieren beker geplaatst. Na een paar minuten is precies de helft van de massa van het ijsblokje gesmolten en wordt water bij 0 °C. Smeltwarmte van ijs is 333 kJ/kg Bereken de verandering in entropie van het ijs / water.
A
0,034 J/K
B
0,068 J/K
C
34 J/K
D
68 J/K
Slide 10 - Quizvraag
Misconceptual Question 15.11 Welke bewering is waar met betrekking tot de entropieverandering van een ijsblokje dat smelt?
A
Omdat smelten optreedt bij de smeltpunttemperatuur, is er geen temperatuurverandering, dus er is geen entropieverandering.
B
Omdat warmte wordt geabsorbeerd in het proces, neemt de entropie toe.
C
Omdat warmte wordt afgegeven tijdens het proces, neemt de entropie af.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Opgave kleine entropieverandering: Een monster van 50,0 kg water bij 20,00 °C wordt gemengd met 50,0 kg water bij 24,00 °C. De toe of afgevoerde warmte is gelijk aan Q = m.c.dT = 50,0*4186*2,00 = 4,186.10^5 J Bereken de entropie verandering.
Tip: Bereken van ieder monster de verandering in entropie.
A
10 J/K
B
15 J/K
C
20 J/K
D
25 J/K
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Klopt dit volgens 2e hoofdwet?
Entropie neemt toe met 10 J/K
Delta(S) groter dan nul
Klopt met tweede hoofdwet
Is ook proces wat we verwachten (is wat gebeurt in zo'n situatie)
Slide 15 - Tekstslide
Opgave fictief proces: Een monster van 50,0 kg water bij 20,00 °C wordt gemengd met 50,0 kg water bij 24,00 °C. De toe of afgevoerde warmte is gelijk aan Q = m.c.dT = 50,0*4186*2,00 = 4,186.10^5 J Maar nu fictief proces waarbij koude water 2 graden Celsius kouder wordt en warme water 2 graden Celsius warmer. Bereken de entropie verandering. Conclusie!
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Toepassing
Oefenen, groepsopdracht uitvoeren, debatteren
Slide 21 - Tekstslide
Speciaal voor Perry
Dan houdt hij zijn aandacht beter vast :).
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
02:44
Welke kernwoorden uit de video heb je gezien/gehoord?
Slide 24 - Woordweb
05:08
Geef een voorbeeld waarin je de 2e hoofdwet kunt toepassen.
Slide 25 - Open vraag
Groepsopdracht: Formuleer 2e hoofdwet thermodynamica. Geef aan hoe zeker je van formulering bent. (1=niet zeker, 2=gemiddeld en 3=zeker)