1hv - grammaire bijv. nw

1 / 26
volgende
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Corriger
  • Grammaire
  • Au travail
  • Les devoirs

But:  kunnen vertellen hoe iemand eruit ziet

Slide 2 - Tekstslide

Corriger ex. 24 - 26
Page 30

Slide 3 - Tekstslide

Corriger ex. 24a
  1. huisdieren
  2. Lijk je op je huisdier?
  3. Lille

Slide 4 - Tekstslide

Corriger ex. 24b
Bekend
Rocky/Ryan
Rocky is vier jaar, is groot en sportief. Rocky luistert goed en is aardig.
Rocky en Ryan hebben bruin haar en bruine ogen.
Ryan draagt een bril.
Tigrou/Lilly
Tigrou en Lily hebbben rode / rossige haren. Tigrou slaapt veel en is altijd rustig. Tigrou en Lily houden van eten. Tigrou houdt van vis, Lily houdt van chocolade. Tigrou en Lily hebben blauwe ogen.

Slide 5 - Tekstslide

Corriger ex. 24b
Bekend
Speedy/Enzo
Speedy is grappig. Speedy en Enzo huden van chips. Speedy is niet actief/sportief. Enzo en Speedy zijn allebei klein. Enzo en Speedy hebben allebei grijze ogen.

Slide 6 - Tekstslide

Corriger ex. 25a
1 timide
2 content
3 méchant
4 sportif
5 sympa
6 calme
7 drôle
8 triste
9 grand
10 petit

Slide 7 - Tekstslide

Corriger ex. 25b
J’ai un chien, trois chats et quatre poissons.
Ik heb een hond, drie katten en vier vissen.

Slide 8 - Tekstslide

Corriger ex. 25c
  1. sympa, méchant
  2. drôle, sérieux
  3. calme, actif
  4. content, triste

Slide 9 - Tekstslide

Grammaire
  • Mon père est grand, mais ma mère n'est pas grande
  • Mes cousines ne sont pas petites, mais grandes

  • Bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of meervoud)
  • Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 

Slide 10 - Tekstslide

Grammaire
mannelijk enkelvoud
-
vrouwelijk enkelvoud
+e
mannelijk meervoud
+s
vrouwelijk meervoud
+es

Slide 11 - Tekstslide

Attention!
Eindigt een bijv. nw. al op een -e?
Dan géén extra -e bij vrouwelijk enkelvoud. 

rood = rouge 
la maison rouge 

Slide 12 - Tekstslide

Attention!
Eindigt een bijv. nw. al op een -s?
Dan géén extra -s bij mannelijk meervoud. 

grijs = gris
le souris gris --> les souris gris

Slide 13 - Tekstslide

Uitzonderingen
mannelijk ev
vrouwelijk ev
mannelijk mv
vrouwelijk mv
goed/lekker
bon
bonne
bons
bonnes
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles

Slide 14 - Tekstslide

Un petit exercice
  1. J'habite dans une maison grise (gris)
  2. Nous avons un petit chien (petit)
  3. Mais ma tante a des grands chiens (grand)
  4. Le français est une langue facile (facile) 
  5. Paris est une belle ville (beau)

Slide 15 - Tekstslide

Au travail
Exercice 30abde, 31bcd, 32bc
Page 36
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Corriger ex. 30a
  1. grand
  2. grande
  3. différent
  4. différente
  5. embêtant 
  6. embêtante 

Slide 17 - Tekstslide

Corriger ex. 30b

Slide 18 - Tekstslide

Corriger ex. 30d
  1. grand
  2. charmant
  3. géniale
  4. fortes
  5. intelligents 

Slide 19 - Tekstslide

Corriger ex. 30e
  1. bruns
  2. gris
  3. bleu
  4. jaune
  5. noir
  6. rouge
  7. vert
  8. gris

Slide 20 - Tekstslide

Corriger ex. 31b
  1. blonde
  2. petite
  3. jeune
  4. intelligente
  5. russes

Slide 21 - Tekstslide

Corriger ex. 31c
  1. grands
  2. mauvais
  3. difficile
  4. gris
  5. drôles

Slide 22 - Tekstslide

Corriger ex. 32b
  1. belle
  2. nouveaux
  3. vieille
  4. beaux
  5. nouvelle

Slide 23 - Tekstslide

Corriger ex. 32c
  1. Les chats sont noirs
  2. Tes jeans sont bleus
  3. Nos voisines sont charmantes
  4. Nous sommes belles
  5. Vous êtes drôles 

Slide 24 - Tekstslide

Extra oefenen
Blad af en mee volgende les!

Slide 25 - Tekstslide

Les devoirs
Vendredi le 7 juin

Apprendre: partie A, B, E et F nf/fn + aant. bijv. nw. 
Faire: 30abde, 31bcd, 32bc



Slide 26 - Tekstslide