Datacom 1

Agenda
1. Communicatie in een 'connected' wereld
   Wat is netwerk communicatie?

2. Lokale en globale netwerken
   Welke rollen hebben de apparaten in het netwerk?

3. Een eenvoudig netwerk opbouwen
   Welke typen netwerken zijn er?

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DatacomMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Agenda
1. Communicatie in een 'connected' wereld
   Wat is netwerk communicatie?

2. Lokale en globale netwerken
   Welke rollen hebben de apparaten in het netwerk?

3. Een eenvoudig netwerk opbouwen
   Welke typen netwerken zijn er?

Slide 1 - Tekstslide

Communicatie in een 'connected' wereld

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een netwerk?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een netwerk?
Een netwerk is een verzameling onderling verbonden apparaten, die als doel hebben om data uit te wisselen.

Slide 4 - Tekstslide

Ben jij online?
Internet maakt deel uit van het dagelijks leven

Kunnen we nog zonder?

Wat zou geen internet voor gevolgen hebben?

Slide 5 - Tekstslide

Van wie is het internet?
Het internet is van niemand

Het internet is een wereldwijde verzameling aan aaneengesloten netwerken.

Er wordt hier onder andere gebruikt gemaakt van glasvezel, koperenlijntjes, Wi-Fi en satellietverbindingen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een LAN en wat is een WAN?

Slide 8 - Open vraag

Welke typen netwerken?
WAN = Wide Area Network
Een Wide Area Network is een netwerk verspreid over de hele wereld. De LAN is verbonden met een WAN.

Wie maakt er mee verbinding?
  1. Routers
  2. Datacenters
  3. Providers (KPN, Ziggo, Telfort, etc....)

Slide 9 - Tekstslide

Welke typen netwerken?
LAN = Local Area Network
Lokale netwerken komen voor in alle groottes. Voorbeeld: Thuisnetwerk, bedrijfsnetwerk

Wie maakt er mee verbinding?
  1. Telefoons
  2. Computers
  3. Laptops
  4. Gameconsoles
  5. Tablets

Slide 10 - Tekstslide

Wat is data?
Data is een waarde dat 'iets' representeert.

Netwerken versturen data in een bepaalde volgorde om met elkaar te communiceren. 

Slide 11 - Tekstslide

In welke taal communiceren computers?

Slide 12 - Open vraag

Versturen van data over het netwerk


  • Het almachtige bit
Computers en netwerken werken met binaire getallen: 0 of 1.
De binaire code wordt gebruikt om letters, getallen en speciale karakters in bits weer te geven.

Voorbeeld: A = 0100 0001

Slide 13 - Tekstslide

Verplaatsen van bits


  • Verplaatsen van bits
Bits worden over een netwerk verplaatst. Dit kan doormiddel van:
- Elektrische pulsen (koper)
- Lichtpulsen (fiber)
- Radiogolven (draadloos)

Slide 14 - Tekstslide

Het gaat allemaal om de snelheid


  • Meten van de brandbreedte
Bandbreedte is de capaciteit van een medium om data te transporteren. Digitale bandbreedte meet de hoeveelheid data. Gemeten in bits per seconde Theoretische benadering
  • Meten van de throughput (doorvoersnelheid)
De doorvoorsnelheid is de werkelijke snelheid van het netwerk. Snelheid is nooit gelijk aan de bandbreedte. Factoren hebben invloed: soort, hoeveelheid, aantal netwerkapparaten. 

Slide 15 - Tekstslide

Throughput is te vergelijken met een snelweg


Slide 16 - Tekstslide

Lokale netwerken

Slide 17 - Tekstslide

Netwerkonderdelen


  • Clients en hosts
Servers zijn hosts waarop software geïnstalleerd voor een bepaald doel: 
- Mailserver, Webserver, Printerserver, FTPserver, Gameserver

Clients zijn computer-hosts waarop software geïnstalleerd is waarmee de informatie van een server gehaald kan worden. Client software is o.a. je browser (FireFox, Chrome, IE) of een ftp programma (Filezilla).

Een computer met serversoftware kan zijn services tegelijkertijd aan een of meerdere clients leveren. Hij kan ook meerdere soorten serversoftware draaien.


Slide 18 - Tekstslide

Bouwstenen van het netwerk


  • Netwerk infrastructuur
1. Intermediaire netwerkapparaten
Router, Draadloze router, Switch, Accespoint, Firewall Deze apparaten zorgen voor alle verbindingen. Ze zijn intermediair voor de verbindingen



2. Eindapparaten
Computers, laptops, printers, tablet, smart-apprataten, … Vormen een de interface tussen gebruikers en het netwerk



3. Netwerkmedia
De fysieke media zelf: Bekabeling of draadloos. Er kunnen binnen het netwerk meerdere media tegelijkertijd gebruikt worden. 




Slide 19 - Tekstslide

Een eenvoudig netwerk opbouwen

Slide 20 - Tekstslide

Soorten verbindingen binnen een netwerk


  • Peer-to-peer
  • Bij een peer-to-peer netwerk zijn alle computers met elkaar verbonden. Iedere computer kan fungeren als client of server



  • Client-Server
  • Bij een Client-Server netwerk zijn alle computers aangesloten op een centrale server die het netwerk beheerd.



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn voordelen van peer-to-peer netwerken?

Slide 23 - Open vraag

Wat zijn nadelen van peer-to-peer netwerken?

Slide 24 - Open vraag

Hoe test je connectiviteit?

  • Het ping commando
  • De ping-utility test de end-to-end verbinding tussen het IP-adres van de source en destination adres.



  • Het traceroute-commando gebruiken
  • De traceroute-utility wordt gebruikt om de route weer te geven tussen de source en destination



Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide