In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Pak je schrift en ga de volgende opdracht maken.
Als je die af hebt laat je die controleren door de docent.
De stof IJzer-tri-chloride bestaat uit twee atoomsoorten.
Noteer de symbolen van de atoomsoorten.
Noteer de formule van dit molecuul.
Bereken de molecuulmassa.
De vorige les heb je iets geleerd over de Wet van Lavoisier.
Probeer dit weer te herinneren en de volgende vragen te beantwoorden.
Bij een scheikundige reactie veranderen de stoffen. Dus de moleculen die je voor de reactie hebt zien er anders uit dan de moleculen die bij de reactie ontstaan.
De atomen die je voor de reactie hebt, heb je ook weer na de reactie.
Je hebt een groep van 12 jongens en 12 meisjes (Bijvoorbeeld een klas).
Vooraf heb je 4 groepjes van 3 meisjes en 6 groepjes van 2 jongens.
We noteren dit als 4M3 en 6J2.
De groepjes gaan door elkaar lopen en maken andere groepjes. Ieder nieuwe groepje gaat bestaan uit 1 jongen en 1 meisje.
We noteren dit als 12 M1J1
Het aantal meisjes en jongens verandert niet, de groepssamenstelling wel.
Dit is ook zo bij een reactie.
Het aantal atomen verandert niet, de samenstelling (moleculen) wel.
Jullie hebben geleerd hoe je van een reactie een reactieschema kunt maken.
Een reactieschema bestaat uit een dikke vette pijl (dit is de reactie zelf).
Voor de pijl staan de beginstoffen, stoffen die je hebt voordat de reactie begint.
Na de pijl staan de reactieproducten, stoffen die er bij de reactie ontstaan, dus die je overhoudt als de reactie is afgelopen.
In een reactieschema staan de namen van de stoffen.
In een reactievergelijking zijn die namen vervangen door formules.
Voorlopig krijg je de formules er bij behalve van de formules die je voor dit hoofdstuk moet leren.
Koper + chloor --> koperchloride.
Bij de symbolen: denk aan de hoofdletters en de kleine letters!
De formule van koper = Cu
De formule van chloor = Cl2
De formule van koperchloride = CuCl
Cu + Cl2 --> CuCl
Kaarsvet + zuurstof --> koolstof-di-oxide + water.
De formule van kaarsvet = C20H44
De formule van zuurstof = O2
De formule van koolstof-di-oxide = CO2
De formule van Water = H2O
C20H44 + O2 --> CO2 + H2O
De volgende formule moet je in ieder geval kennen bij deze toets.
Water = H2O
Koolstof-di-oxide = CO2 ; koolstof-mono-oxide = CO
Zuurstof = O2
Zwavel-di-oxide = SO2 ; Zwavel-tri-oxide = SO3
Chloor = Cl2 ; Broom = Br2 ; Fluor = F2
Methaan = CH4
Ammoniak = NH3
Als je goed oplet dan zie je dat de wet van Lavoisier niet klopt bij de reactievergelijkingen. Daarom moeten we de reactie kloppend maken.
De molecuulformule kan niet veranderen.
Wel zijn er bij een reactie heel veel moleculen betrokken, we mogen het aantal moleculen wel veranderen. (getal voor de molecuulformule)
Maak de opdrachten die je met de volgende link kunt vinden in je schrift.
Laat iedere 5 opdrachten door de docent nakijken.
Let op, oefening baart kunst.
Maak het serieus, de vragen komen terug bij de toets.
Leer de paragraven 4.1 en 4.2
Maak de exit ticket en lever deze in bij de docent
Maak de kloppende reactievergelijking van de verbranding van benzine.
Benzine heeft de formule C8H18.
De verbranding is een reactie van benzine met zuurstof waarbij alle brandstof wordt omgezet in koolstof-di-oxide en water.
Succes
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.