In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
AK8 Van bergen naar zee
Transport en sedimentatie
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen:
herhalen van de begrippen erosie en verwering
ik weet wat sedimentatie is
ik weet welke soorten sedimentatie er bij de boven- midden en benedenloop van een rivier horen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Erosie
Uitschurende en transporterende werking van met puin beladen water, wind of ijs.
Herhaling
Slide 5 - Tekstslide
Erosie door golven
Herhaling
Slide 6 - Tekstslide
Erosie door wind - paddestoelrots
Herhaling
Slide 7 - Tekstslide
Erosie door water - V-dal
Herhaling
Slide 8 - Tekstslide
Erosie door ijs - U-dal
Herhaling
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Sedimentatie
Het proces waarbij korrels blijven liggen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Sedimentatie vindt vooral plaats in de benedenloop van de rivier.
Waarom zou dat zijn?
Slide 14 - Tekstslide
Sedimentatie vindt vooral plaats in de benedenloop van de rivier.
Het water stroomt daar het langzaamst (dus de korrels zakken naar de bodem).
Slide 15 - Tekstslide
sedimentatie
Neerleggen van verweringsmateriaal wanneer de stroomsnelheid van de transporteur (water, wind of ijs) afneemt.
Slide 16 - Tekstslide
Regel erosie/sedimentatie
De snelheid van het water zorgt voor erosie of sedimentatie
Hoog verhang: Erosie
Laag verhang: Sedimentatie
De rivier is eigenlijk 1 grote sorteermachine
Slide 17 - Tekstslide
Fasen van erosie en sedimentatie
Slide 18 - Tekstslide
Sedimentatie
Slide 19 - Tekstslide
In de rivier
In de bovenloop van de rivier komen rotsen en grote stukken steen in de rivier terecht > in het snelstromende water botsen die stenen > stenen breken en schuren langs elkaar > hierdoor ontstaat grind.
Dit zijn afgeronde steentjes die door rivieren worden vervoerd.
Slide 20 - Tekstslide
In de rivier
In de bovenloop van de rivier schuurt dit grind over de bodem (erosie), waardoor de rivier steeds dieper wordt. Hierdoor ontstaat er een V-dal.
Een V-dal ontstaat door de erosie van een rivier.
Slide 21 - Tekstslide
Bij de Rijn?
Dat elk deel er anders uit ziet, komt door de stroomsnelheid.
Die bepaalt of ergens veel erosie is, of juist veel sedimentatie.
Die meanders? Gevolg van snel water in de buitenbocht, langzaam in de binnenbocht.
Slide 22 - Tekstslide
Nederlandse rivieren: veel sedimentatie.
Zie je aan:
Stranden (ook langs rivieren)
Breedte van de rivier
Rivierdelta
Slide 23 - Tekstslide
Vier soorten sedimentatie
Sedimentatie door:
1) Zee: Mariene sedimentatie
2) Rivierwater: Fluviale sedimentatie
3) Wind: Eolische sedimentatie
4) IJs: Glaciale sedimentatie
Slide 24 - Tekstslide
Er zijn 4 type sedimenten
rivieren: Fluviatiel
wind: eolisch
Zee: marien
Gletsjers: Glaciaal
Slide 25 - Tekstslide
Fluviatiele sedimentatie (rivieren)
Rivieren nemen sedimenten mee en leggen die neer
Van zwaar naar licht, als een sorteermachine
Slide 26 - Tekstslide
Mariene sedimenten (de zee)
Mariene sedimenten zijn sedimenten die door de zee zijn afgezet.
Voorbeeld: Slufters
Slide 27 - Tekstslide
Eolische sedimentatie (wind)
De wind neemt alleen het lichtste en kleinste materiaal mee (zand en stof)
Slide 28 - Tekstslide
Glaciaal sediment (Gletsjers)
Gletsjers sorteren niet, maar duwen alles naar voren: dan krijg je een morene