In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 2 - Tekstslide
Nora koopt een t-shirt in de opruiming. Het t-shirt kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel korting krijgt ze? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent
euro
16,95
100
6,95
1
X
59
Slide 3 - Sleepvraag
3 basis heeft 76 leerlingen, daarvan zijn er 68,4% van online. Hoeveel van de leerlingen is online?
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
76
100
52
1
X
68,4
Aantal
Procent
31,6
24
23
Slide 4 - Sleepvraag
Lesdoelen
Je leert de nieuwe prijs uit te rekenen.
Je leert wat de oude prijs is.
Je leert met btw rekenen.
Je leert wat inclusief en exclusief betekend.
Slide 5 - Tekstslide
Uitleg theorie
Slide 6 - Tekstslide
Uitleg
Soms weet je de prijsverhoging of korting in procenten. Je kan dan uitrekenen hoeveel euro dat is. Daarna kun je het nieuwe bedrag berekenen.
Julian verdient €2,94 per uur. Hij krijgt loonsverhoging vanaf zijn verjaardag. Zijn loon wordt met 12,7 % verhoogd. Hoeveel gaat Julian per uur verdienen?
Slide 7 - Tekstslide
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 8 - Tekstslide
Een rugbyshirt kost 60 euro. De prijs gaat 4% omhoog. Wat wordt de nieuwe prijs?
A
62,40
B
66,67
C
57,60
D
64,00
Slide 9 - Quizvraag
Bereken de nieuwe prijs van de televisie
A
€27,5
B
€250,-
C
€247,50
D
€147,50
Slide 10 - Quizvraag
Bereken de nieuwe prijs van de sportschoenen
A
€20,-
B
€40,-
C
€60,-
D
€25,-
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de nieuwe prijs?
A
104 euro
B
650-104= 546 euro
C
650+104=754 euro
D
104 + 16 = 120 euro
Slide 12 - Quizvraag
Je krijgt €5 korting op je bestelling van €20. De nieuwe prijs krijg je door:
A
-
B
x
C
:
D
+
Slide 13 - Quizvraag
Een fiets van €879,- wordt 8% duurder Hoe bereken je de nieuwe prijs?
A
879 : 100 x 8
B
879 x 108
C
879 : 100 x 108
D
978 : 100 x 108
Slide 14 - Quizvraag
Bert ziet een hoed voor 80 euro. Bij de hoed staat een kaartje met 20% korting. Hoeveel kost de hoed nu?
Schuif de vakken op de juiste plaats
procent 100 1
euro X
20
16,00
80,00
100
1
X
Bedrag
Procent
64,00
80
Slide 15 - Sleepvraag
Karel ziet een mobiel voor 700 euro. Bij de mobiel staat een kaartje met 8% korting. Wat is de nieuwe prijs voor mobiel?
Schuif de vakken op de juiste plaats
procent 100 1
euro X
8
644,00
700,00
100
X
1
Bedrag
Procent
92
Slide 16 - Sleepvraag
Rene ziet een fiets voor 500 euro. Bij de fiets staat een kaartje met 10% korting Hoeveel kost de fiets nu?
Schuif de vakken op de juiste plaats
procent 100 1
euro X
10
450,00
500,00
100
X
1
Bedrag
Procent
90
50
Slide 17 - Sleepvraag
Nora koopt een t-shirt in de opruiming. Het t-shirt kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel moet ze betalen? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
16,95
100
6,95
1
X
59
Bedrag
Procent
41
10,00
Slide 18 - Sleepvraag
In de winkelstraat lopen 140 mensen rond. Er worden 85% mensen gevraagd om mee te doen aan een enquete. Hoeveel van de mensen is ondervraagd?Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
140
119
X
1
85
100
15
21
Slide 19 - Sleepvraag
Aan de slag:
maak paragraaf
3.3 t/m blz 139
Slide 20 - Tekstslide
Volgend jaar stijgen de prijzen van kleding met 2,5 procent. Wat is de factor?
A
125
B
12.5
C
1.025
D
1.25
Slide 21 - Quizvraag
Een fiets van €879,- wordt 8% duurder Hoe bereken je de nieuwe prijs?
A
879 : 100 x 8
B
879 x 108
C
879 : 100 x 108
D
978 : 100 x 108
Slide 22 - Quizvraag
Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel moet ze betalen? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.