In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Was weiß/ kann ich noch?
Macht die nächsten Aufgaben schriftlich und kontrolliert:
Zeit: 5 min
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Konjugiere:
1. spielen: Er................Gitarre. 2. tanzen: .................. du auch so gerne? 3. heißen: Wie ...................... ihr? 4. wij wonen: ......................... in Amsterdam. 5. hij heet: ...................... Hans. 6. danst u: Wie lange ........................ schon ?
Slide 3 - Tekstslide
Ja, ich habe alles richtig -> ich beherrsche die Grammatik
ich habe die Hälfte / mehr als die H. richtig -> Fehler gut anschauen und nochmal durchnehmen
ich habe mehr als die Hälfte falsch-> noch einmal durchnehmen und lernen
Slide 4 - Tekstslide
Lernziel
je kunt de Umlaute uitspreken
je kunt haben, sein vervoegen
je begrijpt de grote lijnen van een tekst en kan vragen hierover beantwoorden
Slide 5 - Tekstslide
Programm
HA- Kontrolle: L1 + L2 + L3 + GR
Aufgaben besprechen ( NR. 7-12)
Grammatik : Aufgaben machen
Extra: Nr. 13 ( zu viert)
HA
Slide 6 - Tekstslide
Aufgaben machen
S. 15 / Aussprache: Nr. 2-6 ( klassikal)
Grammatik : S. 18 / vorbereiten ( 2 min)
S. 19 / Nr. 1,7-11 machen
Extra: S. 14 / Nr. 13 ( zu viert) 10 min.
Teste dich selbst
Slide 7 - Tekstslide
Hausaufgabe
Lernen:
LB: S. 48 / L 1 ,2 ,3 ( Wörter) GR: S.11,12
Machen:
S. 16 / Nr. 1-11fertig machen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Lernziel
je kent het ABC in het Duits en je kan in het Duits tellen
je kan werkwoorden vervoegen
Slide 10 - Tekstslide
Programm
HA- Kontrolle: L1 + 2
Grammatik : Konjugation
Lesen: Nr. 6
Zahlen: 1- 10
HA
Teste dich selbst
Slide 11 - Tekstslide
Rollenspiel
Dein erster Schultag auf einer deutschen Schule. Auf dem Schulhof lernst du deine neuen Freunde kennen.
Stellt euch auf Deutsch vor.
Slide 12 - Tekstslide
Buchstabieren
Kannst du deinen Namen buchstabieren?
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Regel: feesttenten
Slide 15 - Tekstslide
Als de stam van een werkwoord eindigt op een sisklank (dus een s, ss, ß, x, z) vervalt de -s van de uitgang -st bij du.