d Ze is niet duidelijk in haar gedrag en gedachten.
Drie voorbeelden:
1 mama breekt altijd haar zinnen af op zulke momenten, en dat is zó irritant.
↔ het woord bleef in mijn keel zitten. Shit, kreeg ik het ook al. Wij zijn echt besmettelijk voor elkaar, mijn moeder en ik.
2 Ik ben eigenlijk nogal panisch dat mijn mama ooit aan kanker zal sterven.
↔ ‘Hoe moet ik dat nu weten, trut?’
3 ‘Mama, ik verbied je om met wie dan ook hierover te praten! En zeker niet met een dokter of zo! Dit is iets tussen ons!’
↔ Natuurlijk was dat een totaal onnozele bullshit-opmerking, dat wist ik ook wel. Je kunt niet al je stront op iemand anders stoep dumpen en dan verwachten dat die ander er niks mee aanvangt. Dat die doet alsof er helemaal geen stront op zijn stoep ligt. En al helemaal niet als die ander je moeder is.