3H unité 3 grammaire

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

apprendre: het persoonlijk voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Deel 1 
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

Slide 3 - Tekstslide

Deel 1 
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

Slide 4 - Tekstslide

Kies het lijdend voorwerp.
Je cherche mon stylo (ik zoek mijn pen).
A
je
B
cherche
C
mon
D
mon stylo

Slide 5 - Quizvraag

Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

Je cherche mon stylo.     Ik zoek mijn pen.

wie / wat + onderwerp + gezegde = lijdend voorwerp 

Slide 6 - Tekstslide

Je cherche mon stylo.
Ik zoek mijn pen.

Je cherche ma gomme.
Ik zoek mijn gum.

Je cherche mes lunettes.
Ik zoek mijn bril.

* J'adore mon stylo.
Ik ben dol op mijn pen.
Je le cherche. 
Ik zoek hem.

Je la cherche. 
Ik zoek hem.

Je les cherche. 
Ik zoek ze.

* Je l'adore.
Ik ben dol op hem.

Slide 7 - Tekstslide

Kies de juiste optie.
Elle cherche les photos. --> Elle... cherche.

A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste optie.
J'organise la fête. --> Je ... organise.

A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 9 - Quizvraag

De plaats van het persoonlijk voornaamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Je vois mon père.
Ik zie mijn vader.

Tu as vu ce garçon?
Heb jij die jongen gezien?




Je le vois.
Ik zie hem.

Tu l'as vu? 
Heb jij hem gezien?

Het pers. vnw. komt voor de persoonsvorm.

Slide 11 - Tekstslide

Je vais présenter mes amis.
Ik ga mijn vrienden voorstellen.



Je vais les présenter.
Ik ga ze voorstellen.





Maar, het pers. vnw. staat voor het hele werkwoord (infinitief) als dat in de zin staat!



Slide 12 - Tekstslide

Au travail! 
Maken : bron H online of in het boek! 

ONLINE : bron H chapitre 3, exercice 29 t/m 32
BOEK: bron H chapitre 3, exercice 29 t/m 32 op blz. 120-123

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting

1) Het lijdend voorwerp kun je vervangen door le, la, l' of les.

Slide 14 - Tekstslide