Herhaald de woordenschat om een persoon te beschrijven: slides 5,6,9
TB.:
- p.34, oef. 13 beschrijf twee van de personen van de tekening.
- p.34, oef. 14 : Me gusta el cine". Werkwoord: GUSTAR : Lezen en probeer de tabel "iets leuk vinden of niet "in te vullen. ( Ik zal dit wel uitleggen in de les, geen zorgen of jullie nu dit niet zo goed begrijpen).(slides 13 t/m 16)
-p. 35,oef.16: ¿Cuándo es tu cumpleaños? : leren de namen van de maanden
WB:
-p.32, oef. 11
- p.33, oef.14 a/b
- p.35, oef.19.