We gaan verder oefenen met de grammaticale onderdelen. Maak de volgende opdrachten en ga daarna verder met het werkblad:
- ex. 18b en c( schrijf in je werkboek, gebruik C)
- ex. 33a en b (schrijf in je werkboek, gebruik G)
- Tekst afmaken Tâche.
C: Praat over jouw familie (wie zijn er, hoe heten zij en hoe oud zijn zij)
C: Praat over jouw huisdieren (naam, leeftijd) Of als je geen huisdier hebt, vertel dit dan.
> Je n'ai pas d'animal domestique.
G: Praat over jouw kamer en jouw huis.
C: beschrijf wat je leuk vindt om samen te doen met je familie.